Betreft: 1 Ko. 3: 10-15 (i.v.m. Mt. 25: 14-30; Lk19: 11-27)
Vraag:
Is er dan toch loon naar werken. Krijgen we allemaal hetzelfde loon. Als je voor je bekering slecht geleefd hebt krijg je dan een mindere plaats in de hemel?
Wat betekent ‘schade lijden als door vuur’?
Antwoord:
Uit 1 Ko 3: 10-15 blijkt dat behouden worden één ding is, maar loon ontvangen een tweede. In dit vers is sprake van christenen, die met goed materiaal gebouwd hebben en die niet alleen behouden worden, maar ook loon ontvangen. En er is sprake van christenen, die met slecht materiaal gebouwd hebben. Hun werken verbranden, ze ontvangen geen loon, wat dat betreft lijden ze schade, maar ze worden (zijn) wel behouden. Ze zijn te vergelijken met mensen die uit een brandend huis gered worden dwars door het vuur heen en die alleen ‘het vege lijf’ redden. Denk aan Lot die niets kon meenemen en als het ware door vuur heen gered werd.
Er is dus loon naar werken, maar geen behoudenis naar werken! Het behoud rust enkel op het geloof in Jezus Christus, die het verlossingswerk op Golgotha heeft volbracht.
In de gelijkenis van de talenten van Mt 19 lezen we dat de knechten een verschillend aantal talenten krijgen toevertrouwd. De goede dienstknechten hebben met hun talenten gewerkt en voor ieder ontvangen talent er een talent bijverdiend. Ze hebben er elk 100% bijgewonnen. Ze hebben dus allen met dezelfde trouw en ijver gewerkt. In dat geval wordt niet over een verschil in beloning gesproken. Voor beide knechten geldt: ‘over veel zal Ik u stellen; ga in tot het feest van uw Heer’. De boze dienstknecht heeft helemaal niet gewerkt. Hij laat zien, dat hij in wezen geen discipel, geen christen is. Hij wordt geoordeeld.
In Lk 19 gaat het erom dat elke slaaf hetzelfde werkkapitaal krijgt, te weten 1 pond. Daar heeft de eerste slaaf zo hard mee gewerkt dat hij tien ponden erbij verdiend heeft. De twee heeft er vijf bij verdiend. Hier is de beloning verschillend al naar de ijver en trouw (niet naar de capaciteiten) waarmee gewerkt is. De eerste wordt regeerder over tien steden, de tweede over vijf. Er is dus verschil in beloning en dat wordt mee bevestigd door Schriftplaatsen als: 1 Ko 3: 8; 9: 17,18; 2 Jh: 8,9; Op 2: 17; 22: 12.
Dit loon of deze plaats die we ontvangen heeft niets te maken met de vraag hoe ons leven voor onze bekering is geweest, maar met de vraag hoe we na onze bekering de Heer gediend hebben.
Dat verschil in beloning zal dan geen jaloezie of iets dergelijks opwekken. Ten eerste is er een heel persoonlijk element in, dat alleen geweten wordt door de persoon die het loon ontvangt ( Op 2: 17). Ten tweede zijn we daar volmaakt en zullen we ons verblijden met de ander.