1 Corinthiers 05:05 Wat betekent deze tekst?

Betreft: 1Ko 5: 5 en 1Tm 1: 20

Vraag:

a) Wat betekent deze tekst? Gebeurt dit ook vandaag nog?
b) Hoe kan God toestaan dat Satan iemand doet lijden? En hoe kan Paulus iemand daaraan overgeven? Iedereen zondigt toch wel eens?
c) Is al het lichamelijke lijden van Satan en hoe zit dat met
geestelijk lijden?

Antwoord:

a)* Van deze tekst worden twee uitleggingen gegeven. De een is dat de gemeente zo iemand buitensluit en daardoor plaatst op het terrein van de wereld waarvan Satan de overste is. Zo wordt hij ‘aan Satan overgegeven’. De term ‘tot verderf van het vlees’, ziet dan niet op het lichaam, op lichamelijke kwalen, maar op het vleselijk beginsel in de man. Door de tucht leert hij het vlees te veroordelen en zo wordt hij (zijn ‘ziel’ of zijn ‘ik’) behouden.
Als deze uitleg juist is, gebeurt dat vandaag nog iedere keer als iemand als een boze uit het midden van de gelovigen wordt weggedaan of anders gezegd: ‘uit de kerk wordt gebannen'(1Ko 5: 13).

Hoewel bovenstaande uitleg ‘gemakkelijk’ te begrijpen en te plaatsen is, is ze toch niet zo aannemelijk. De tweede uitleg is, dat de man met apostolisch gezag aan Satan wordt overgeleverd, zodat hij lichamelijk lijden, lichamelijke tuchtiging ondergaat.
Daarbij moeten we bedenken dat de mens een innerlijk, een ‘ik’ heeft, dat met het woord ‘ziel’ of met het woord ‘geest’ aangeduid kan worden. Dat innerlijk vormt een eenheid met zijn lichaam. Wel is het zo, dat de mens ook zonder zijn lichaam kan voortbestaan, nl. als hij sterft.
De persoon in kwestie heeft het ‘vlees’ (het boze, zondige beginsel, de zonde in zich) laten werken. Het instrument om het kwaad te bedrijven was zijn lichaam. Dat lichaam wordt ook ‘vlees’ genoemd. Hij wordt nu overgegeven aan Satan tot verderf van het vlees. Dat wil zeggen, dat zijn lichaam wordt aangetast.
N.B. *We hebben daarvan een voorbeeld in Job, met dit verschil dat het bij Job ging om zijn getrouwheid aan God te laten uitkomen). *Een ander voorbeeld hebben we in Simon de Tovenaar te Samaria, over wie Petrus een soort vervloeking heeft uitgesproken (zie Hd 8: 20-25 en let op de woorden ‘opdat mij niets overkome van wat u gezegd hebt’ in vers 24). *Ook Elymas op Cyprus is er een voorbeeld van. Hij wordt op het woord van Paulus door God met blindheid geslagen.

Maar terug naar 1Ko 5. De bedoeling van de handeling van Paulus is dat de man door dit overleveren aan Satan tot inkeer zal komen. Dan zal zijn geest, zijn ik, behouden worden in de dag des Heren ook al is zijn lichaam door kwalen aangetast.
Het oordeel van God is dan in hem werkelijkheid geworden, zodat hij niet door het eeuwig oordeel in de dag van het gericht getroffen wordt.
Als de man niet tot inkeer zou komen moeten we aannemen, dat het iemand is geweest die wel de naam christen droeg, maar die in werkelijkheid niet een christen, een gelovige, is geweest.
Zie hierbij ook 1Ko 11: 27-34 waar we lezen dat God de gemeente te Korinthe met ziekte tuchtigde vanwege de treurige toestand bij het vieren van het avondmaal.

Als deze uitleg juist is, moeten we dit overgeven aan Satan rekenen tot de tekenen van een apostel waarover Paulus schrijft in 2 Ko12: 12. Of het nooit meer zal kunnen voorkomen dat God iemand met een dergelijk gezag laat optreden is de vraag, maar algemeen zien we dit toch niet meer voorkomen.

b) Als hij de kans krijgt zal Satan alles doen om de gelovigen te doen lijden om ze moedeloos te maken en van het geloof af te trekken. Maar God wil dit optreden van Satan ‘ombuigen’ en laten dienen voor zijn doel. Hij wil het gebruiken om gelovigen te corrigeren, te louteren, te bewaren of iets van dien aard.
Bij Paulus zie je dat God de apostel bewaart voor hoogmoed door een engel van Satan toe te staan hem lichamelijk lijden te bezorgen. Bij de man uit 1Ko 5 liet God het gebeuren om deze man van zijn verkeerde wandel terug te brengen.
Inderdaad, iedereen zondigt wel eens en dan komt het erop aan het kwaad direkt te belijden en te veroordelen (verg. 1 Jh.2: 1, 2) Maar zonde en zonde is twee. Wat deze man deed was geen kleinigheid. Zelfs in de wereld sprak men er schande van en tucht was dus nodig om hem terug te brengen.

c) Deze vraag is niet zo eenvoudig te beantwoorden. Aan de ene kant lezen we dat Satan mensen doet lijden (zoals in enkele van bovenstaande voorbeelden) aan de andere kant lezen we dat God het doet of beter dat God Satan de vrije hand geeft. Satan wil met dit lijden de mens van God af te trekken, maar God wil het gebruiken om de mens te louteren of tot inkeer te brengen.
Met geestelijk lijden is het ook enigszins zo. Toen koning Saul afweek van de Heer liet God een boze geest bezit van hem nemen. Maar ook daar kunnen we eraan denken dat Satan erbij was ingeschakeld. Bij het geestelijk lijden van de mens zullen we wel de meeste nadruk moeten leggen op het werk van de boze. Datzelfde geldt van het lijden door vervolging. Daar zit steevast Satan achter, maar God kan dit toelaten als de gemeente laks of ontrouw geworden is. Denk aan Gods handelen met Israël in de tijd van de Richteren. Hij kan het ook bij een goedstaande gemeente toelaten om zijn naam erin te verheerlijken.
Gelovigen hoeven wat geestelijk lijden betreft niet bevreesd te zijn, want er staat dat we de Satan moeten weerstaan en dat hij dan van ons vlieden zal.

God kan het lijden gebruiken;
preventief > om ons voor afwijking te bewaren, zoals de doorn bij Paulus;
educatief > om ons er iets door te leren, ons op te voeden, e.d.;
regressief > om ons van een verkeerde weg terug te brengen.
gloricatief > pos Zijn naam erin te verheerlijken.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies