Betreft: 1 Ko 6: 18
Vraag:
Hoe kan hier nu staan dat elke andere zonde -behalve hoererij- buiten het lichaam om gaat? Vraatzucht, dronkenschap, zelfmoord gaan toch ook niet buiten het lichaam om?
Antwoord:
Het is duidelijk dat je om te zondigen je lichaam nodig hebt. Bij diefstal heeft iemand zijn handen nodig om het begeerde weg te grissen. Voor kwaadspreken is de tong nodig, enz., enz.
Voor moord, ook zelfmoord moet je op de een of andere manier je lichaam gebruiken. Dat alles wist Paulus net zo goed als wij.
Nu zijn er zonden die gepleegd worden ter bevrediging van de lusten van het lichaam. Hoererij is er één van, maar vraatzucht en dronkenschap behoren daar ook toe. Ook dat wist Paulus natuurlijk. Als hij dan hier, geleid door Gods Geest, zegt dat alle andere zonden buiten het lichaam om gaan, bedoelt hij niet dat je voor andere zonden je lichaam niet nodig hebt, of dat er geen andere zonden zijn die ook ter bevrediging van de lusten van het lichaam gepleegd worden.
De vraag is natuurlijk wat hij dan wel bedoeld en daar zijn diverse antwoorden op gegeven. Het meest aannemelijk is de verklaring die aansluit bij de gedachte dat ons lichaam een tempel van de Heilige Geest is, die de Heer toebehoort. Bij hoererij onttrekt men zijn lichaam aan de Heer en geeft het als het ware prijs aan een hoer (zie vs. 12,15,19,20). In die zin bezondigt men zich aan zijn lichaam. Met andere zonden is dat niet het geval. Die gaan wat dat betreft buiten het lichaam om; het lichaam is er niet zo bij in het geding.