1 Corinthiers 14:20 Betekent dit vers dat we niet snel boos mogen worden?

Betreft: 1 Ko 14: 20

Vraag:

a) Betekent dit vers dat we niet snel boos mogen worden?
b) Wat houdt de term ‘kinderen in de boosheid in?

Antwoord:

a) Het woord ‘boosheid’ kan slaan op een gemoedstoestand. Zo in de zin van: ‘Hij is erg boos, maar zijn boosheid bedaarde al gauw.’. In die zin is het woord boosheid hier niet bedoeld.
Het woord boosheid kan ook slaan op ‘slechtheid’, ‘slechte dingen’. Zo in de zin van: ‘De wereld is boos’, er is veel ‘boosheid in de wereld’. In die zin is het woord ‘boosheid’ in deze tekst wel bedoeld.

b) Let er op, dat er niet staat dat we kinderen van de boosheid moeten zijn, maar kinderen in de boosheid. In het eerste geval zouden we de boosheid moeten bedrijven, maar dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Kinderen ‘in’ de boosheid houdt juist het tegendeel in. We moeten deze uitdrukking verklaren in het kader van het betoog van de apostel.
In vers 19 gaat het om spreken met het verstand en in vers 20a lezen we ‘weest geen kinderen in het verstand’.’ Dat zegt de apostel in verband met het spreken in talen, waar de Korinthiërs weg van waren, maar zonder dat ze er de zin en het doel van begrepen (zie vers 21 vv). In de geestelijke dingen waren ze nog net kleine kinderen, ze waren kinderen in het verstand, maar ze moesten volwassen zijn in het verstand

Als een zondaar tot geloof in Jezus Christus komt, is hij een kind van God geworden. Hij is echter in geestelijk opzicht te vergelijken met een baby. Nu is het niet erg een baby te zijn, maar je moet niet een baby blijven. Een ‘kind’ moet lichamelijk zowel als verstandelijk groeien. Kinderen weten nog niet alles, ze moeten de dingen leren begrijpen. Ze moeten volwassen worden wat het verstand betreft.

Zo is het met de christen ook, hij moet in geestelijk opzicht niet een klein kind blijven. Paulus neemt het de Korinthiërs kwalijk dat ze nog steeds kleine kinderen ofwel onmondigen zijn . Ze moeten nog altijd met melk gevoed worden (1 Ko 3: 1,2). Eenzelfde verwijt krijgen de gelovigen te horen aan wie de brief aan de Hebreeën geschreven is (zie Hb 5: 11-14) .
Welnu, als Paulus schrijft dat we geen kinderen in het verstand moeten zijn, dan bedoelt hij dat we in geestelijk inzicht, in kennis van de gedachten van God moeten groeien tot volwassenheid. Zo hadden de Korinthiërs moeten weten wat de zin van het spreken in talen is en dat ze die gave niet moesten overschatten.

Tegenover kinderen in het verstand staan nu kinderen in de boosheid. Op het terrein van de ‘boosheid’ moeten christenen juist wel kinderen zijn. Met die woorden wordt bedoeld dat we in het kwade beslist niet behoeven te groeien. Je hoeft niet goed thuis te zijn en/of bedreven te zijn in de boosheid. Hoe minder je van het kwade weet, hoe beter. Je hoeft je echt niet te verdiepen in alle vuiligheid, laat staan dat je je ermee bezighoudt. Soms moet een christen wel van bepaalde zaken op de hoogte zijn, bijvoorbeeld als pastoraal werker, maar hij moet er zich echt niet uit nieuwsgierigheid mee inlaten.

Het gaat dus om een tegenstelling: Met de woorden ‘wordt in het verstand volwassen’ zegt de apostel eigenlijk precies hetzelfde als met ‘wees geen kinderen in het verstand’. Je moet wat dat betreft niet in de kinderfase blijven steken, maar opgroeien tot geestelijke volwassenheid. Dat betekent dat je de gedachten van God leert kennen en dat je ze in praktijk weet te brengen. Daartegenover staat dat je in het kwade wel kinderen moet zijn. Je moet daarin niet opgroeien. Het is niet afkeurenswaardig in de boosheid kinderen te zijn en te blijven. Op het terrein van de boosheid mogen we best onkundigen zijn. Dat is zelfs aanbevelenswaardig. Laten we maar kinderen zijn die weinig verstand hebben van alles wat boos en slecht is. We moeten ons niet verdiepen in al het kwaad dat er in de wereld is. Daar worden we geestelijk niets beter van, integendeel er is alle kans dat het onze gedachten bezoedelt.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies