Betreft: 1 Ko 14: 27,39
Vraag:
In deze verzen staat toch duidelijk dat we ook in tongen moeten spreken.
Antwoord:
Het woord ‘moeten’ staat niet in deze verzen en dat geeft al aan, dat er van een gebod om in talen te spreken geen sprake is.
Vers 27 zegt niet meer dan dat als iemand in een taal spreekt, dat hoogstens door twee of drie personen mag gebeuren. En dat er uitleg van het gesprokene gegeven moet worden.
Vers 39 moedigt het profeteren aan, maar moedigt het spreken in talen niet aan. Het bevat alleen een waarschuwing om niet in een ander uiterste te vervallen door het spreken in talen te verbieden.
Het is van belang goed te lezen wat er staat en niet meer in een tekst te leggen dan wat er werkelijk ‘inzit’.