Betreft: 1 Ko 14: 32
Vraag:
Betekent dit vers dat de oude profeten soms tot mensen kunnen spreken?
Antwoord:
Het gaat hier niet om gestorven profeten uit de oude bedeling zoals Jesaja, Jeremia en anderen, die tot ons zouden spreken.
Nee, het gaat om hen in de gemeente, die een woord spreken dat de gemeente sticht en waardoor men bemoedigd wordt (zie 1 Ko 14: 3). Nu ging het in de gemeente te Korinthe kennelijk onordelijk toe. Men sprak door elkaar heen en wachtte niet op elkaar. De apostel schrijft nu voor dat er twee of drie moeten spreken en dat als een ander wat heeft, men hem de gelegenheid moet geven iets te zeggen door te zwijgen. Nu zou iemand kunnen zeggen: ‘Maar ik heb een boodschap en ik ben daar nog niet klaar mee’.
Of iemand die nog niet aan het woord is, wil koste wat het kost ook nog zijn boodschap kwijt, terwijl er al velen geprofeteerd hebben. Zulke mensen houdt de apostel nu voor, dat hun eigen geest waarmee ze de boodschap brengen aan hen (zij zijn die profeten immers) onderworpen is. Zo’n profeet hoeft niet per se door te gaan en een ander hoeft niet koste wat het kost zijn boodschap te brengen, dat kan dan een andere keer wel.
Het volgende dient om de kwestie heel praktisch te illustreren: er was een samenkomst gepland van 10 tot 12 uur, waarin diverse sprekers het woord mochten voeren. De laatste spreker bleef echter tot 12.15 aan het woord waardoor het verdere verloop van de dag in gevaar kwam. Nadat hij uitgesproken was, werd hij door een van de organisatoren erover aangesproken, dat hij het te lang gemaakt had. Hij verontschuldigde zich met te zeggen, dat hij zijn boodschap moest afmaken en dat dat niet kon in tijd die hem nog restte tot 12 uur. Daarop gaf de ander hem ten antwoord: ‘Maar er staat dat de geesten der profeten de profeten onderworpen zijn. U had dus best om 12 uur kunnen ophouden’.