Betreft: 1 Joh. 5:13
Vraag:
Als iemand gelooft in de Here Jezus, maar
a. hij went zich niet af van zijn zonden;
b. hij doet dat wel, maar laat zijn licht niet schijnen;
c. hij wil net als de rijke jongeling de Heer niet in dat ene punt volgen… heeft zo iemand dan het eeuwige leven?
Antwoord:
In de vraag gaat het om iemand die gelooft? Maar hoe weet je dat iemand gelooft? Is dat enkel een kwestie van de mond? In al de genoemde gevallen kun je moeilijk van een ware gelovige spreken.
Geval a. De belijdenis van de daden strijdt met die van de mond. Wat voor waarde heeft de belijdenis met de mond dan?
Geval b. Als je een kaars aansteekt laat hij dan zijn licht schijnen of niet? ’t Mag een klein vlammetje zijn, maar het schijnt. Zo zal ook een gelovige, hoe dan ook licht laten schijnen. Het is echter de vraag of wij dat wel altijd opmerken.
Geval c. De rijke jongeling liet niet iets bijkomstigs na, maar het essentiële. Hij had het geld lief en wilde dan niet opgeven. Zijn hart stond niet recht voor de Heer.
In alle drie de gevallen zullen we zo iemand niet als een gelovige beschouwen, want we hebben geen reden dat te doen. Hopelijk echter is de toestand van zijn hart beter dan wat hij laat zien, maar dat moeten we aan God overlaten.