1 Timotheüs 01:10 Zielverkoper

Betreft: 1 Tm 1: 10

Vraag:

Is het woord ‘zielverkoper’ hier bedoeld als scheldwoord of heeft het een heel andere, specifieke betekenis?

Antwoord:

De Statenvertaling heeft hier staan ‘mensendieven’ en de Telosuitgave heeft ‘mensenrovers’. Met het woord ‘ziel’ kan gedoeld worden op het innerlijk van de mens, op zijn gevoelsleven. Zielverkopers zou dan een aanduiding kunnen zijn voor verleiders die het geloofsleven van de mensen aantasten door valse leer en ze daardoor tot hun gewillige volgelingen maken. Zo gebruiken wij het woord ‘zielverkoper’, denk ook aan de uitdrukking ‘zieltjes winnen’.

Maar kennelijk is dat hier niet de bedoeling. In vers 8 is namelijk sprake van de wet en in de volgende verzen wordt dan gesproken over mensen die de wet overtreden. Daarbij worden diverse zonden opgesomd, die heel letterlijk bedoeld zijn. Het gaat over moordenaars, hoereerders, e.d. Er is dan ook alle reden het woord ‘ziel’ te zien als aanduiding voor de mens. Zie Gn 46: 26 waar letterlijk staat dat Jacob met 66 zielen in Egypte kwam.Dan ziet het woord ziel op het aantal mensen dat bij Jacob was.

Een zielverkoper is dan een mensenrover of mensendief. Dat was in die tijd een kwaad dat voorkwam, iemand werd geroofd om hem als slaaf te verkopen. Zo kennen wij in onze tijd gevallen van vrouwenhandel. Er is wat dat betreft niets nieuws onder de zon.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies