Betreft: 1 Tm 1: 15,16
Vraag:
Ik kan me moeilijk voorstellen (maar dat zegt op zich niets) dat Paulus de grootste van alle zondaars uit de hele wereldgeschiedenis is. Ik kan grotere joden – of vervolgers van christenen opnoemen: Hitler b.v. of Diocletianus.
Antwoord:
In 1 Tm zegt Paulus er niet bij waarom hij zich de grootste van alle zondaars noemt.In 1 Ko 15 geeft hij echter wel aan waarom hij de geringste van alle apostelen is en eigenlijk niet waard om een apostel genoemd te worden, namelijk omdat hij de gemeente Gods vervolgd heeft. We zullen dit argument dan ook wel moeten aanvoeren in verband met zijn beschouwing van zichzelf als de voornaamste van de zondaars.
Nu zouden we het ons gemakkelijker kunnen maken door te stellen dat Paulus op het moment dat hij dit schreef zeker de grootste vervolger van christenen genoemd kon worden. Maar ik denk toch niet, dat dat de oplossing is.
Ik denk dat we een vergelijking kunnen trekken met de zonde van Annanias en Saffira. Het kwaad van huichelarij waaraan zij zich schuldig maakten is in de loop der tijden wel vaker en in ernstiger mate voorgekomen dan zij het bedreven hebben. Waarom werd het bij hen echter zo zwaar gestraft en in later tijden niet?
Dat lag hem m.i. hieraan, dat de jonge gemeente veel kwetsbaarder was vanwege haar geringheid in aantal. Als dit kwaad doorgewoekerd had zou in de kortste keren het hele getuigenis verwerpelijk zijn geweest. Zo ook heeft Paulus de jonge christengemeente met uitroeiing bedreigd. Daarnaast echter heeft hij – niet als vorst met een hele krijgsmachine achter zich -, maar als individu een vervolging tegen de christenen ontketend die tekenend voor hem is.
Of dit antwoord echter het verlossende woord is?