Betreft: 1 Tm 2: 14
Vraag:
a. Waarom wordt er verschil gemaakt tussen ‘verleiding’ en ‘overtreding’. Wat deed Adam dan als hij zich niet liet verleiden?
b. Als de slang het eerst bij Adam was gekomen, zou de zondeval dan niet hebben plaatsgevonden?
Antwoord:
De Bijbel maakt hier geen verschil tussen ‘verleiding’ en ‘overtreding’. Er is verschil tussen ‘zonde’ en ‘overtreding’. We treffen dat verschil aan in Rm 5: 12-14. Zonde is alles wat tegen de gedachten van God ingaat. Overtreding is een zonde tegen een uitdrukkelijk gebod dat gegeven is. De mensen vóór de wetgeving zondigen wel, maar ze overtraden niet, want ze hadden de wet niet. Adam en de Israëlieten onder de wet zondigden niet alleen, nee hun zonde had het karakter van overtreding. Iedere overtreding is een zonde, maar iedere zonde is nog niet een overtreding.
Kinderen kunnen beseffen, dat ze niet de borden kapot mogen gooien zonder dat hun dat uitdrukkelijk verboden is. Als ze het toch doen zondigen ze tegen hun ouders. Als de ouders hen echter uitdrukkelijk gewaarschuwd hadden om de borden niet kapot te gooien en ze doen het toch, dan zondigen ze niet alleen, maar overtreden ze.
Zoals gezegd brengt de Schrift niet ‘verleiding’ en ‘overtreding’ met elkaar in kontrast. De overtreding is het gevolg van de verleiding. In 1 Tm 2: 14 gaat het om een ander kontrast en wel dit:
a. Eva overtrad het gebod van God, doordat ze zich daartoe door de satan liet verleiden.
b. Adam overtrad eveneens het gebod van God, maar niet doordat hij door satan of door zijn vrouw verleid werd. In Gn 3: 12 lezen we niet dat Adam over verleiding door Eva spreekt.
In vers 13 lezen we echter wel, dat Eva zegt: De slang heeft mij verleid.
De tegenstelling is dus deze, dat de een niet verleid werd tot de verkeerde daad en de ander wel. De vraag is nu waarom Adam dan toch van de vrucht at. Hij werd er niet toe ‘overgehaald’, niet toe ‘verleid’.
Het antwoord op deze moeilijke vraag kan zijn, dat hij welbewust van de vrucht at en dat om Eva hierin niet alleen te laten staan. Hoe dit ook zij, het verschil tussen de daad van die beiden zit in de kwestie van het al of niet verleid zijn.
b. Deze vraag is heel moeilijk te beantwoorden, want nergens in de Bijbel staat wat er dan wel of niet gebeurd zou zijn. We noemen deze vragen wel eens ‘vragen naar het ongelegde ei’ en ongelegde eieren kun je niet eten. Op deze vraag kunnen we dan ook geen antwoord geven. Het zou alleen maar gissen worden en daar kunnen we ons beter niet aan wagen.