Betreft: 1 Tm 2: 15
Vraag:
Wat betekent het dat de vrouw gered wordt in het ter wereld brengen van kinderen, indien zij blijft in geloof, enz.?
Ligt haar redding in het moederschap?
Antwoord:
Veel uitleggers menen dat de vrouw hier een belofte krijgt dat ze de bevalling zal doorstaan. Zij denken bij het woord ‘gered worden’ aan ‘in het leven bewaard blijven bij het krijgen van kinderen’. De ‘straf’ voor de vrouw houdt dan dus in dat ze wel met meer smart kinderen zal baren, maar dat het haar niet het leven zal kosten.
Tegen deze gedachte is het volgende in te brengen:
(a) deze belofte zou blijkens de slotwoorden dan alleen gelovige vrouwen gelden en dat is niet erg aannemelijk want in de praktijk doorstaan gelovige vrouwen de bevalling niet beter of vaker dan ongelovige vrouwen.
(b) de uitspraak moet dan wel in heel algemene zin genomen worden, want heel wat vrouwen, zowel gelovige als ongelovige, zijn in het kraambed gestorven.
Sommige vertalingen hebben hier in plaats van ‘gered worden’ staan ‘zalig worden’. Dat wekt de gedachte dat hier aan eeuwig behoud en niet aan tijdelijke bewaring gedacht wordt. Deze gedachte lijkt mij veel meer voor de hand liggend. De verklaring zou dan kunnen luiden:
De vrouw heeft door haar zonde een zware beproeving over zich afgeroepen. Ze zou met smart kinderen baren. De zwaarte van de ‘straf’ houdt echter niet in, dat ze van het eeuwig heil is uitgesloten. Nee, ook zij wordt gered hoewel het ter wereld brengen van kinderen konstant aan de vloek van Gn 3 herinnert. Die redding geldt natuurlijk alleen als ze een gelovige is. De waarachtigheid van haar geloof moe daarbij blijken uit haar levensopenbaring: blijven in geloof, liefde, liefde heiligheid en een ingetogen wandel.
De gedachte dat in het moederschap haar eeuwige redding gelegen is, is verwerpelijk, want dan zou het moederschap de grond van haar redding zijn. We worden echter niet gered op grond van prestaties van onze kant. Bovendien zou het inhouden dat kinderloze vrouwen niet gered zouden worden.