De uitdrukking vergeven en vergeten wordt nogal eens gebruikt in die zin dat we aan dat wat we iemand vergeven hebben niet meer mogen denken. Men baseert dit op de volgende teksten: “Ik ben het die uw overtredingen uitdelg en IK gedenk uw zonden niet (Js, 43:25) en “want Ik zal hun ongerechtigheden vergeven en hun zonden niet meer gedenken” (Jr 31:34). Wij zouden dan precies zo moeten doen als God en de zonden die we vergeven hebben uit ons geheugen moeten bannen.
De fout in de gedachtengang is dat men het woord “gedenken” opvat als “niet meer denken aan”, maar dat is de betekenis niet. Niet meer gedenken betekent niet meer aan de persoon in rekening brengen. We mogen niet meer bij onszelf denken: “Ja maar hij heeft het dan toch maar gedaan”. Zó mogen we er niet meer aan denken. Maar een stukje van ons geheugen uitwissen kunnen we niet en dat is hier ook niet bedoeld.