104 Welzalig zij die zijn getuigenissen bewaren

Psalmen 119:2 – In de eerste acht verzen van Ps 119 vinden we acht omschrijvingen van wat God van ons verwacht. Daarbij worden een aantal verschillende termen gebruikt die in feite hetzelfde aanduiden en die je in het vervolg van de Psalm steeds weer tegenkomt.

Er is sprake van :
de wet van de Heer
zijn getuigenissen
zijn wegen (1)
zijn bevelen
zijn wegen (2)
zijn inzettingen(1)
zijn geboden
zijn verordeningen
zijn inzettingen (2)

In dit artikeltje zullen we ons bezighouden met het begrip getuigenissen. Ik geef weer een bewerking van een Engels artikel, zoals ik dat al meer heb gedaan.

Getuigenissen

Wanneer iemand naar een bepaalde baan solliciteert wordt er naar zijn getuigschriften gevraagd. Dat zijn geschriften die getuigen van zijn vakbekwaamheid. Het kunnen diploma’s zijn, maar ook brieven van mensen die de betreffende persoon in zijn werk hebben meegemaakt en die hem kunnen aanbevelen. Het gaat dan om getuigenissen die anderen van de sollicitant afleggen.

In Psalm 119 gaat het niet om getuigenissen die anderen afgeven. maar om getuigenissen die God zelf heeft afgelegd. Daarbij kunnen we denken aan dat wat God van Zichzelf getuigt. Denk bijvoorbeeld aan de volgende uitspraken uit de Bijbel:
“zij die Mij vroeg zoeken zullen Mij vinden”;
“Vrees niet want Ik ben met u”;
“Hij die tot mij komt zal Ik beslist niet uitwerpen”.
Hier zouden we heel wat uitspraken aan toe te voegen zijn. Zulke verklaringen die God aangaande Zichzelf geeft zijn erg waardevol en het is zaak dat ook wij ze echt waarderen.
Dat betekent niet dat we weten dat ze in de Bijbel staan die we ergens in een kast hebben liggen, maar dat we ze in ons hart bewaren , er over nadenken en ze in bepaalde omstandigheden in onze geest oproepen.

De Herders

Als de Here Jezus als kind geboren is, komen de herders naar Maria en Jozef toe en vertellen hen wat ze in het veld hebben meegemaakt. Ook anderen horen dit en verwonderen zich erover, maar dan staat er van Maria dit geschreven: “ Maar Maria bewaarde al deze dingen en overwoog ze in haar hart”. Het hart… dat is de plaats waar we de getuigenissen van God, dat wat Hij ons wil meedelen, moeten bewaren. Waardevolle zaken doen ons geen nut als ze alleen in boeken staan die we bezitten of als we er wel eens over hebben horen spreken. Ze doen alleen nut als we ze overdenken en er rekening mee houden in de praktijk van ons geestelijk leven. Dat is de inhoud van de uitspraak : “die zijn getuigenissen b e w a r e n”.

Het is net als met een gebruiksvoorwerp dat we van iemand krijgen. De bedoeling daarvan is dat we het ook gebruiken. De getuigenissen van God moeten we “gebruiken”, daarvoor heeft God ze ons gegeven!

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies