De Geest woont in ons
In Ef.3: 17 lezen we dat Paulus voor de gelovigen bidt dat ze gesterkt mogen worden naar de inwendige mens, zodat Christus door het geloof in hun harten woont.
Op zichzelf zit hier geen woord Frans bij en toch zitten we met een probleem en wel dit: moest Christus nog in het hart van de gelovigen te Efeze komen wonen? Dat deed hij toch allang?! In Ef.1: 13 lezen we namelijk dat zij toen ze gelovig geworden waren verzegeld waren met de Geest van de belofte. Dat houdt ook in dat de Geest in hen kwam wonen. Dat volgt ook uit Ef4: 30 waar de gelovigen te Efeze opgeroepen worden om de Geest niet te bedroeven en waar eveneens gezegd wordt dat ze door die Geest verzegeld zijn.
Tot versterking van deze gedachte kan ook nog Rom. 8: 9-11 aangevoerd worden, want uit dat gedeelte volgt dat als iemand de Geest van God niet in zich heeft wonen hij Christus niet toebehoort en dus geen gelovige is. Als de Geest nog niet woonde in de harten van de gelovigen te Efeze, dan had Paulus ze nooit kunnen aanschrijven als heiligen en getrouwen in Christus Jezus (Ef.1: 1)
De Geest de ruimte geven
Maar hoe zit het dan met het wonen van Ef. 3: 17? De meest aannemelijke verklaring is dat de Geest in onze harten woonruimte krijgt en we hem niet verwijzen naar een klein logeerkamertje.
Maar ook is het de vraag of de sfeer in ons hart zo is dat de Geest er zich thuis voelt? Dat is een indringende vraag die ik ook mijzelf stel en dat ik niet alle ruimte in mijn hart ‘inpik’ voor mijn hobbies, voor wat ik belangrijk vind voor mezelf , om van verkeerde wensen maar niet te spreken.
Dit te constateren is één ding, er wat aan te doen is een tweede!!
Maar dat is wel nodig! Aan de slag dus!