Wanneer in vroeger jaren de zeeschepen de linie of evenaar passeerden, werd er een groot feest gehouden. Een oude matroos trad op als zeegod Neptunus met een drietand in zijn hand. Allen, die voor de eerste maal de linie passeerden, werden voor hem gebracht en kregen opdracht, verschillende zonderlinge karweitjes te verrichten, wat tenslotte hiermede eindigde, dat ze een voor een in een verdekt opgestelde ton met water werden geworpen.
De linie, ook wel evenachtslijn, aequator of evenaar genoemd, is de denkbeeldige lijn, die de aarde in twee gelijke delen verdeelt: een Noordelijk en een Zuidelijk halfrond. De zeeman richt op het Noordelijk halfrond zijn kompas op de Poolster. Zodra echter het schip de linie passeert, is dit oriëntatiepunt verdwenen. Nu ligt de Zuidelijke sterrenhemel voor hem: daar vervult het sterrenbeeld “Zuiderkruis” de zelfde functie als de Noordpoolster. De zeeman richt zich nu op dat kruis.
Er is behalve de aequator, nog een linie, die de mensen in twee groepen verdeelt: dat is de linie der bekering. leder, die deze linie passeert, heeft Satan vaarwel gezegd en heeft Jezus Christus als richtsnoer voor zijn leven gekozen. Zijn oog vestigt zich op het kruis van Golgotha en hij erkent, dat daar Gods oordeel werd voltrokken, ook voor zijn zonden, aan de Heiland van zondaren.
Laat ge u nog door Satan de weg wijzen of wilt ge Jezus Christus als richtsnoer nemen? Hij belooft de berouwvolle zondaar een plaats in ’t hemels Vaderhuis: dat is het einddoel van de reis. Maar ge komt er slechts als ge “de linie passeert”.
Vrij vertaald