Drie aspecten
Bij de wijze waarop God ons beschouwt moeten we drie aspecten onderscheiden te weten: hoe ziet God ons als mensen; hoe ziet Hij ons als zondaren; hoe beschouwt Hij ons als christenen.
Als mensen
Als mensen zijn we waardevol voor God. In Ps 139 zien we een prachtige beschrijving hoe we als mensen gevomd zijn. Deze beschrijving luidt
“Want Gij hebt mijn nieren gevormd, mij in de schoot van mijn moeder
geweven. Ik loof u omdat ik gans wonderbaar ben toebereid,
wonderbaar zijn uw werken”
Heel de schepping is een juweel, maar de mens wordt wel de kroon op Gods scheppingswerk genoemd. God heeft de mens met al zijn capaciteiten lief. In Tt 3:4 wordt gesproken over de mensenliefde van God en dat in de situatie dat de mens door de zondeval redding nodig heeft. Vaak wordt de mens door christenen beschouwd als een totaal verdorven en waardeloos produkt. Maar dat is een eenzijdige voorstelling van zaken. Als schepsel zijn we waardevol en hebben we geweldige capaciteiten. We zijn naar het beeld van God geschapen en we mogen tegen ieder mens zeggen dat hij een prachtig schepsel van God is. Maar daarbij moeten we nooit het tweede aspect uit het oog verliezen en dat is het feit dat we zondaars zijn.
Als zondaars
Als zondaars zijn we onwaardig om met God in betrekking te komen, we zijn totaal onwaardig. De Bijbel zegt in dat opzicht dat er niemand is die goed doet, niemand die verstandig is, enz. maar we zijnniet waardeloos. We hebben geen reden om ons op de schouder te kloppen, maar onze situatie als zondaars is niet hopeloos, integendeel. Om de breuk tussen God en de mens, die door de zondeval is ontstaan te helen heeft God zijn eigen Zoon, Jezus Christus gezonden en Hem overgegeven om op het kruis voor ons te sterven en verzoening met God mogelijk te maken. Als iemand dat offer aanvaardt, wordt hij gered van het oordeel en gemaakt tot een kind van God. Als zondaar gebruikt de mens zijn kwaliteiten voor zichzelf, als geredde zondaar stelt hij ze in dienst van God. De capaciteiten die de mens had worden niet door het feit dat hij een zondaars vernietigd, ze worden ook niet bij zijn wedergeboorte gegeven. Nee, die capaciteiten had de mens als mens, hij behield ze als zondaar en hij heeft ze nog steeds als verloste mens. Iemand die voor zijn bekering muzikaal was is het na zijn verlossing nog steeds. Iemand die goed kon organiseren heeft die kwaliteit na zijn bekering nog steeds en dat geldt voor alle kwaliteiten die een mens bezit. Het verschil is dat de verloste mens zijn kwaliteiten nu voor God gebruikt
Als verloste zondaars
De zondaar is voor God niet waardeloos en God zag zoveel in die mens dat Hij zijn Zoon er voor over had om hem te redden. God ziet in de zondaar een mens die Hij geweldig waardevol kan maken en die Hij gebruiken kan in Zijn dienst. Dat gebeurt wanneer de mens zich bekeert en God hem doet wedergeboren worden. Zoals gezegd heeft de geredde zondaar nog steeds de waardevolle elementen die hij als schepsel had, alleen zal hij als het goed is die kwaliteiten gebruiken voor God.
We zijn waardevol voor God als mens, we zijn onwaardig, maar niet waardeloos voor God als zondaar, we zijn bijzonder waardevol voor God als geredde zondaar. Geweldig is dat. Laten we dat laatste vooral in de praktijk tonen