Mattheüs 14:14
Met ontferming bewogen
De Heer Jezus krijgt niet veel gelegenheid om alleen te zijn. De mensen zoeken Hem op en de eenzame plaats waar Hij vertoeft. Ondanks het leed dat de Heer draagt om de dood van Johannes is Hij onmiddellijk met ontferming bewogen als Hij de menigte ziet, die met hun zieken Hem opzoeken. Hier in de woestijn oefent Hij zijn kracht niet en betoont zich: ‘Ik ben de Here, uw heelmeester’ (Ex. 15:26) voor zijn volk.
Geef gij hun te eten!
Al ras begint de avond te dalen. De discipelen waarschuwen de Meester om de mensen weg te sturen. Nu kunnen ze nog naar de dorpen gaan om eten te kopen, straks als het donker is, is het er te laat voor!
Vreemd kijken ze op als de Heer zegt: ‘Ze behoeven niet weg te gaan, geef hij hun te eten’.
Kunnen de discipelen dat? Ze antwoorden verbaasd: ‘We hebben maar vijf broden en twee vissen’.
Nee, de discipelen kunnen het niet, maar Christus kan het. Hij is de Zoon van God, die zijn volk veertig jaar in de woestijn te eten gaf! Nu laat Hij het niet regenen. Hij gebruikt wat aanwezig is en schakelt zijn discipelen in.
Dat wil Hij in onze tijd ook doen. Hij geeft zichzelf als het Brood des Levens. En door de prediking van het evangelie mogen we anderen met Hem bekend maken. In het evangelie van Johannes zegt de Heer zo mooi: ‘Ik ben het brood des Levens; die tot Mij komt zal nimmermeer hongeren, en die in Mij gelooft zal nimmermeer dorsten’ (Joh. 6:35).