Prediker – Jongelui opgelet
Van de zesenzestig bijbelboeken is er eentje dat vreselijk pessimistisch begint. Luister maar: ‘IJdelheid der ijdelheden, zegt de Prediker, ijdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid!’
De schrijver van dit boek vindt dus alles zinloos. En dan te bedenken dat hier een koning aan het woord is die alles bezat wat zijn hart begeerde. Rijkdom, weelde en vertier schijnen dus niet zo’n beste levensvulling te geven. Moet je de klachten van deze koning eens lezen:
‘Welk voordeel heeft de mens van al zijn zwoegen, waarmee hij zich heeft afgetobd onder de zon? Het ene geslacht gaat en het andere geslacht komt, maar de aarde blijft altoos staan’.
Alles hetzelfde, jaar in jaar uit! Het is net een tredmolen waarin je loopt en waarin je tot doorlopen gedwongen wordt. De Prediker heeft er meer dan genoeg van. Hij zegt:
‘Alle dingen zijn onuitsprekelijk vermoeiend; het oog wordt niet verzadigd van zien, en het oor wordt niet vervuld van horen. Wat geweest is, dat zal er zijn, en wat gedaan is, dat zal gedaan worden. Er is niets nieuws onder de zon.’
Deze schrijver vertolkt wat er omgaat in het hart van vele jongeren. Ze zijn het zat om zich in onze consumptiemaatschappij te laten opjagen. Somvervelend is dat jachten naar geld. Wat heb je er uiteindelijk aan? Je wordt alleen maar een ‘time-is-money-slaaf’. En dan al die taboes en al die bepalingen, die we als schuttingen om ons heen hebben gezet. Komaan, eruit, nu eens werkelijk het leven genieten.
En in de achter ons liggende jaren braken ze eruit. Het hippydom ontstond. Taboes aan de kant, lief zijn voor elkaar en liefde bedrijven….. vrijheid, blijheid. Totdat ook dat onuitsprekelijk vervelend bleek te zijn. En toen??….. de vlucht in de schijnwereld, de drugs! En daarmee holderdebolder naar de ondergang. Met wazige blik, beschuimde lippen en trillende handen staan ze daar en leven ze van spuit tot spuit. Van consumptieknecht afgetakeld tot spuitslaaf. Terecht zegt de Prediker: “Alles is ijdelheid en najagen van wind”.
Alles?? Is het leven zinloos? Is 1976 niets meer dan 1975 plus 1, enzovoort, de jaren door? Komt er dan nooit wat anders? Komt er nooit een ontknoping?
Jawel! Aan het slot van zijn boek komt de Prediker tot zijn slotsom. Er komt namelijk een tijd dat alles wat gedaan is, gewogen zal worden:
“God zal elke daad doen komen in het gericht over al het verborgene, hetzij goed, hetzij kwaad”.
En met het oog daarop roept hij de jonge mensen op, met de woorden:
“Gedenk de Schepper in je jongelingsjaren, voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen waarvan je zegt: Ik heb daarin geen behagen.”
Je kunt net doen alsof er geen God is. Je kunt de grenzen die de Schepper gesteld heeft, doorbreken. Je kunt de Bijbel aan de kant smijten of totaal negeren. Maar… je doet dat nooit straffeloos. Je verpest je leven ermee en verspeelt de hemel erdoor.
Hebben jullie in 1975 aan je Schepper gedacht, jonge mensen? Nee? Zou je 1976 daar niet eens mee beginnen? Zou je niet willen beginnen te erkennen dat je het tot nu toe verprutst hebt? En zou je dan de grootste gave die de Schepper gegeven heeft, namelijk Zijn Zoon Jezus Christus, die voor jou en mij in de dood ging, niet willen aanvaarden?
Kijk, dan houden de dingen op onuitsprekelijk vervelend te zijn. Dan wordt dit leven een wedloop naar een heerlijke eindbestemming. Dan krijgt elke dag kleur door de dienst aan God. Dan pas krijgt je leven zin als God er de zin van wordt.
Daarom: denk aan je Schepper, jongeman!