Beperking van gezag
Het motto van deze konferentiedag: “Heeft de bijbel nog gezag?” is een beetje misleidend. De kwestie waar het om gaat is niet of de bijbel nog gezag heeft, maar hoe het gezagsterrein van de bijbel afgebakend moet worden. En onlosmakelijk daarmee verbonden is de vraag, hoe de bijbel uitgelegd moet worden. In onze tijd valt niet zo zeer een gezagsontkenning, als wel een gezagsbeperking op te merken. Eerlijkheidshalve moet daarbij opgemerkt worden dat er ook aan gezagsuitbreiding gedaan wordt. Daarover willen we het nu echter niet hebben.
Men gaat het gezag van de bijbel beperken en men laat de uitleg bepalen door normen, die buiten het terrein van de bijbel liggen. Deze normen ontleent men bijvoorbeeld aan het terrein van de natuurwetenschap, van het historisch-archeologisch onderzoek, van de hedendaagse ethiek en moraal, enz. Deze normen zijn natuurlijk niet absoluut in waarde, aangezien de mens erbij ingeschakeld is.
Het zijn “buiten-bijbelse” normen. Zodra het echter om tegenstrijdigheden in de bijbel gaat, hebben we met een zuiver bijbelse norm te maken. Althans, dat lijkt zo.
Tegenspraak
Wanneer iemand twee bijbelgedeelten leest, die hij niet met elkaar kan rijmen, dan ligt het voor de hand, dat hij zich afvraagt of het wel de bedoeling van God is dat we de Schrift in alles zo letterlijk nemen. En laat ik nu vooropstellen, dat er inderdaad tegenspraak in de bijbel voorkomt. Ik gebruik hier met opzet het woord “tegenspraak” en niet de term “tegenstrijdigheid”. Als Jan zegt: “De kerk staat rechts van de school” en Piet zegt: “Hij staat er links van”, dan is er tegenspraak. Maar er is geen tegenstrijdigheid, nl. als Jan vóór en Piet achter de school blijkt te staan.
Er is dus tegenspraak en die vindt zijn oorzaak in drie dingen:
Ten eerste hierin dat de bijbel Gods Woord is. Als we bij het lezen van de bijbel nergens moeilijkheden zouden ondervinden, zouden we met recht het Goddelijk karakter van de Schrift in twijfel mogen trekken. Zo leert de Schrift aan de ene kant, dat iemand die gelooft voor eeuwig behouden is en dat niemand de kinderen van God uit de hand van de Vader kan rukken. Dat is de lijn van Gods genade.
Aan de andere kant wordt er duidelijk gesteld, dat iemand die afwijkt op weg is naar het verderf. Dat is de lijn van de menselijke verantwoordelijkheid. Zal ik nu op grond van deze tegenspraak, hetzij de ene waarheid, hetzij de andere opgeven? Of moet ik proberen een soort middenweg te vinden? Of zal ik het gezag van de bijbel, om op dit vlak het laatste woord te spreken, in twijfel trekken? Welnee, we laten toch eenvoudig beide aspekten van deze Goddelijke waarheid staan, waar ze staan en we passen ze daar toe waar de Geest van God wil, dat we ze toepassen. De twijfelmoedige gelovige richten we op met: “Niets kan ons scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heer” en de in zonde gevallen christen houden we voor: “Wie naar het vlees leeft, zal sterven”. En als we eenmaal zullen kennen, zoals we gekend zijn, zullen we zien dat deze beide lijnen volkomen parallel lopen.
Verschillend gezichtspunt
Ten tweede is er tegenspraak omdat eenzelfde gebeurtenis vanuit twee verschillende gezichtspunten belicht wordt. Waarom zal ik ook nu niet bij beide dingen leven en ze in hun gegeven kader beschouwen? Laat ik eenvoudig aannemen, zoals Mattheüs het beschrijft en de les daaruit trekken en zoals Lukas het beschrijft en de les voor de beschrijving er uit trekken. Misschien dat we een bepaalde synthese tussen de twee beschrijvingen kunnen vinden, maar ook al vinden we die niet, laten we ons er dan niet boven stellen en hetzij de ene schrijver, hetzij de andere van een fout betichten. Neem beide aspekten zoals de Geest van God ze in het Woord weergeeft.
Kopieerfouten
Dan is er nog een derde soort tegenspraak en dat kan werkelijk tegenstrijdigheid zijn, nl. als er door de overschrijvers van de handschriften een fout gemaakt is. Een duidelijk voorbeeld daarvan vinden we in de leeftijdsopgave van koning Ahazia, de koning van Juda. Volgens 2 Kon. 8 is hij zijn koningschap op 22-jarige leeftijd begonnen en volgens 2 Kron. 22 was hij toen 42 jaar. In het oorspronkelijke is het verschil in schrijfwijze daar zo miniem, dat een fout bij het kopiëren gemakkelijk kon voorkomen.
Onze logika
Tegenstrijdigheden van de laatste soort kunnen we buiten beschouwing laten daar ze het beginsel niet raken.
De tegenspraak van de eerste kategorie is ook niet vatbaar voor ons oordeel, want uiteindelijk zijn Gods gedachten hoger dan de onze. Het gaat ons dus om de verschillende beschrijving van een en dezelfde gebeurtenis, om verschillende opgaven van aantallen, waarbij aan geen kopieerfout te denken is, enz. Wanneer iemand nu bij de twee weergaven van de volkstelling van David een verschillend aantal getelden aantreft, of bij Mattheüs een andere beschrijving van het kruislijden vindt dan bij Lukas, dan mag hij menen hier een bijbelse norm te vinden om het gezag of de uitleg van de bijbel door dit verschil te laten bepalen, maar dan heeft hij toch nog geen zuiver bijbelse norm. En wel om de eenvoudige reden, dat hij zijn logika inschakelt. Er is tegenstrijdigheid volgens zijn gedachten. Waar het echter op aankomt is of wij onze gedachten en overleggingen onderwerpen aan de gehoorzaamheid van Christus.
Twee houdingen
Er zijn namelijk twee houdingen mogelijk. De één waarbij ik zeg: Volgens mijn logisch denken is dit niet te rijmen. Dus wil de bijbel kennelijk niet zo letterlijk genomen zijn; pretendeert hij niet onfeilbaar te zijn, enz. De andere houding is deze: Ik kan dit met mijn logisch verstand niet rijmen, maar het staat voor mij vast, dat ik de bijbel heb te nemen zoals het er staat. Zo heeft Christus het oude testament aangenomen en gebruikt en de apostelen eveneens. En deze wijze van benadering maakt uit of ik als gelovige de stem wordt van de Vader of de stem van de duivel. Als ik mijn gedachten maatgevend laat zijn en het Woord van God naar die gedachten ga uitleggen, of het in zijn gezag ga beperken, dan doe ik in feite hetzelfde wat Simon Petrus deed, toen hij tegen de Heer zei: “Dat zal u geenszins geschieden”, en word ik een spreekbuis van Satan, zoals hij het werd.
Enkele voorbeelden
Laat me een paar praktische voorbeelden hiervan geven. In Mattheüs 1 wordt het aantal geslachten van Abraham tot op Jezus Christus bepaald op 42. Maar men behoeft slechts 1 Kron. 3 : 11, 12 na te gaan om te zien, dat in de tweede tabel van 14 geslachten drie koningen zijn weggelaten. En vergelijking met Lukas 3 laat zien dat deze schrijver over dezelfde periode 56 geslachten telt. Mag ik nu de konklusie trekken: Hier zit een historische onjuistheid? Dus de bijbel wil op dit gebied geen gezag hebben? Nee, wat we te doen hebben is ons af te vragen wat de bedoeling van God met dit geslachtsregister is. Bevat het een zuiver “rekenkundige weergave” of worden hier de geslachten opgetekend, zoals ze voor God bestaan? En waarom worden juist deze drie koningen weggelaten? Zie, dan heb ik kans dat ik een les van God ontvang, waarmee ik wat kan doen. Net zo goed als er een les zit in het feit, dat in dit zelfde register van Mattheüs: Sara, Rebekka en Lea niet, maar Thamar, Rachab en Ruth wel genoemd worden. Dan krijg ik een les, omdat ik me onder het Woord gesteld heb en niet er boven.
De Heer of Satan?
Het verhaal van de volkstelling van David verschilt niet alleen in weergave van het resultaat – het aantal getelden -, maar ook in zijn aanhef. In het ene geval staat er dat de Heer David aanzette om het volk te tellen, in het andere geval wordt dit aan Satan toegeschreven. Voor ons gevoel is hier tegenstrijdigheid. Maar als ik beide aanneem en vraag: “Heer, wat hebt u mij hierdoor te zeggen?” en ik vergelijk dit met het licht dat andere schriftgedeelten hierop werpen (bijv. Job 1 en 2), dan gaat de Schrift tot mij spreken in plaats dat ik de Schrift ga beoordelen.
Twee spijzigingen
Ten slotte nog dit: veronderstel dat de spijziging van de 4000 en die van de 5000 in twee verschillende evangeliën hadden gestaan. Ik ben er van overtuigd, dat men dat zou hebben aangegrepen om de betrouwbaarheid van de bijbel in diskrediet te brengen. Twee spijzigingen? Dat is toch niet aannemelijk: Of Mattheüs of Markus of … heeft wat met de cijfers gegoocheld. Maar nu staat de ene spijziging in alle vier de evangeliën en de andere in twee ervan. Heel wat tegenspraak in de bijbel: zoals de verschillende “plaatsing” van de tempelreiniging, het genezen van blinden vóór of na het verlaten van de stad, enz. enz. zou verdwijnen, of althans blijken geen tegenstrijdigheid te zijn als we hieraan meer aandacht schonken. Laten we toch de nauwkeurigheid van de Schrift in acht nemen en de lessen trekken, die daarin voor ons gelegen zijn.
Christus en de Schriften
We kunnen over de kwestie of het Woord van God en de bijbel volkomen identiek zijn nog van gedachten verschillen, hoewel het naar mijn mening onmogelijk is dit onderscheid te maken. Op zichzelf echter is dat nog niet de hoofdzaak. De grote vraag voor ons is of wij de Schriften beschouwen en gebruiken zoals de Heer Jezus en de apostelen dat hebben gedaan. Zijn we daarin hun navolgers of weten we het beter dan zij?