Iemand kwam jaren terug bij een persoon die nogal goed in de slappe was zat en zei tegen hem: ‘De Heer heeft me gezegd, dat je mij 5000 gulden moet lenen’. De aangesprokene antwoordde de man heel laconiek: ‘Beste broeder, de Heer doet nooit half werk, als Hij dat tegen jou gezegd heeft, zal Hij dat ook wel tegen mij zeggen en als Hij dat doet zal ik je het geld lenen’.
Ik vertelde dit voorval op een jeugdbijeenkomst waar het ging over het aanknopen van relaties. Een meisje riep spontaan:’Dit had ik eerder moeten weten!’. Ze was namelijk door een jongen benaderd die zei:’De Heer heeft mij gezegd, dat jij mijn vrouw moet worden’ en ze begreep dat een dergelijk antwoord tactischer geweest was dan de woorden waarmee zij de jongen voor wie ze niets voelde, afgewezen had.
Eens had ik een gesprek met een broeder die in zijn verhaal iedere keer opmerkte: “De Heer zei tegen mij…” en dan volgde er een of andere uitspraak die voor hem koersbepalend was. Op een bepaald moment onderbrak ik hem met de woorden: ‘Broeder, hoorde je toen daadwerkelijk een stem van de Heer of kreeg je de overtuiging dat de Heer dit of dat aan je duidelijk wilde maken.’ Het laatste bleek het geval te zijn. Ik zei toen, dat hij dat dan moest zeggen en niet : ‘De Heer zei tegen mij’ want wie kan het woord van de Heer weerstaan?’.
Laten we voorzichtig zijn met onze bewoordingen en niet te vlot zeggen, dat de Heer wat zei, want dan spreek je in feite een profetie uit en het is maar de vraag of dat inderdaad het geval is.