a. 1 Thess. 4: 15: voor het woord ‘komst’ staat het Griekse woord ‘parousia’. Dat kan zowel tegenwoordigheid als komst betekenen, dus de handeling waardoor men , aanwezig wordt. In 1 Kor. 16:17; 2 Kor. 7:6,7 wordt hetzelfde woord gebruikt en dat ziet het op komst. Welnu, zo is het ook met de komst van de Heer, zie vooral 1 Thess. 3:13
b. Het evangelie van Jezus Christus betekent het evangelie aangaande Hem, of over Hem.
c. Dat Jezus Christus God is blijkt uit diverse teksten. Ook bijv, uit Joh. 12:41. Wat in Jes. 6:9 staat van God, wordt in Joh. 12:38,40 aangehaald en vers 41 zegt dan dat Jesaja dat zei toen hij zijn (dat slaat op Jezus) heerlijkheid zag.
d. vlees en bloed beërft het Koninkrijk niet, betekent dat de mens zoals hij nu bestaat, de zondige, vergankelijke mens het koninkrijk niet beërft. Die mens moet niet alleen wat zijn ‘ik’ betreft verlost worden, maar ook wat zijn lichaam betreft. De ontslapenen krijgen een nieuw onvergankelijk lichaam door de opstanding, zij die leven als Jezus komst krijgen het door verandering (1 Kor. 15: 51-54). In 1 Kor. 15:44 is sprake van een natuurlijk lichaam (dat is het vergankelijke lichaam dat we nu bezitten) en van een geestelijk lichaam (dat is het verheerlijkte lichaam dat we straks krijgen). Let erop dat er in beide gevallen spraken is van een lichaam . Een geestelijk lichaam is niet een geest. We worden geen geesten zoals de engelen, maar blijven mensen met een lichaam, maar dan een lichaam dat door de geest beheerst wordt en niet meer gebonden is aan de natuurwetten (vgl. Fil. 3:20,21 en 1 Tim. 2:4-let op het woord : de mens Christus Jezus).
e. In Gen. 1:1-3 kan men vertalen: de aarde nu werd woest en ledig. Meerderen denken hier aan een verwording door de val van Satan.
f. Over uw doop: de vraag is of u toen al wel bekeerd was ofwel dat u Jezus wilde volgen. Als dat zo was dan is uw doop correct.
g. Als gelovigen op aarde eigenwijs zijn en hun eigen gang gaan, dan komt God ze tegen met zijn kastijding om ze terecht te brengen.
h. Christus is waarachtig mens geworden en is dus van kind opgegroeid tot man, waarbij hij heeft leren lopen, enz. Zie Luk. 2:40,52.
Hij heeft gehoorzaamheid geleerd, niet omdat Hij van nature ongehoorzaam was, zoals wij, maar om,dat Hij in de hemel niet in een onderworpen positie was, waarin Hij zou moetengehoorzamen. Hij de gebieder van de engelen werd minder dan de engelen, werd mens en leerde in dit positie gehoorzamen (Verg. Fil. 2:4-9).