Er zijn christenen die als ze ziek worden dit beschouwen als lijden om Christus’ wil. Dit kun je echter niet zo maar beweren. Als iemand als zendeling naar de tropen gaat en daar een ernstige ziekte oploopt dan is er wat voor te zeggen om van lijden om Christus’ wil te spreken. In het algemeen echter is ziekte een gevolg van de zondeval en zowel gelovigen als ongelovigen delen in dat soort lijden. Daarop doelt de apostel Paulus als hij in Rm 8:20 spreekt over de vruchteloosheid waaraan de schepping onderworpen is.
Over lijden om Christus’ wil spreekt de apostel Petrus en dan gaat het niet om ziekte, maar om de vervolging die we als christenen ondergaan. De Heer doelde daarop toen Hij zei: “Als ze Mij hebben vervolgd, zullen zij ook u vervolgen” (Jh 15:20). We vinden dat ook bij Petrus als hij schrijft: “Want hiertoe bent u geroepen omdat ook Christus voor u geleden en u een voorbeeld nagelaten heeft, opdat u zijn voetstappen navolgt” (lees 1 Pt 2:18-24). We vinden bij deze apostel de volgende twee uitdrukkingen:
a. “Maar al lijdt u ook terwille van de gerechtigheid, gelukkig bent u” (1 Pt 3:14) en
b. “Als u in de naam van Christus smaad lijdt, bent u gelukkig” (1 Pt 4:14).
Als christenen doen we niet mee met de wereld, in tegendeel we doen wat gerechtigheid voor God is. Satan en zijn trawanten kunnen dat niet hebben. Ze ergeren zich daaraan en ze vervolgen ons daarom.
Daarnaast prediken wij Christus door woord en daad. Ook dat is voor Satan een ergernis en hij vervolgt ons om de naam van Christus.
Die vervolging kan erg hevig zijn. Petrus zegt het zo: ” Geliefden, laat de vuurgloed in uw midden die u tot beproeving dient u niet bevreemden alsof u iets vreemds overkwam, , maar naarmate u deel hebt aan het lijden van Christus, verblijdt u, opdat u zich ook verblijdt met vreugdegejuich bij de openbaring van zijn heerlijkheid.
Petrus en de andere apostelen hebben ons een prachtig voorbeeld gegeven hoe we ons moeten opstellen als we om Christus’ wil smaad en oneer hebben te verdragen, we lezen van hen; “Zij dan gingen weg van voor de Raad, verblijd dat ze waardig waren geacht voor de Naam oneer te verdragen” (Hd 5:41). Een geweldig voorbeeld om na te volgen!