Een teken uit de hemel
Nadat de Here Jezus een menigte van 4000 mannen en vrouwen en kinderen op wonderbare wijze van eten heeft voorzien, komen er Farizeeën en Sadduceeën bij Hem om Hem te verleiden. Farizeeën en Sadduceeën waren eigenlijk elkaars tegenpolen. In hun vijandschap tegen Jezus van Nazareth vinden ze elkaar echter. Is dat in onze dagen helaas ook niet het geval? Met betrekking tot het evangelie van Jezus Christus verenigen zich de vijanden in kritiek, spot of laster. Het is ermee als met Pilatus en Herodes. Van deze twee Romeinse bestuurders in Israël lezen we dat ze eerst in vijandschap met elkaar leefden. Toen Jezus Christus veroordeeld werd, stonden ze beiden aan dezelfde kant, en werden ze zelfs vrienden.
De Joden begeren een teken uit de hemel. Niet om daardoor overtuigd te worden, maar om Christus te verleiden. Mensen die met oneerlijke bedoelingen, onoprecht bij Jezus komen, zullen Hem nooit leren kennen als de Heiland voor hun ziel. De Heer Jezus had al heel wat tekenen gedaan, die bewezen dat Hij de beloofde Messias was.
Dat waren tekenen van genezing, uitwerpen van duivelen of wonderen. Tekenen op aarde, zou je kunnen zeggen. Nu vragen de Joden om een teken uit de hemel, zoals bijvoorbeeld Elia verricht had toen hij gebood dat vuur uit de hemel zou neerdalen op de hoofdman en zijn 50 soldaten. Als de Heer Jezus werkelijk een teken uit de hemel had moeten tonen, dan zouden deze leidslieden van het Joodse volk er niet beter af komen dan de soldaten bij Elia. De Heiland gaat niet op hun verzoek, beter gezegd: hun verzoeking in, maar bestraft hen met de woorden: “Als het avond geworden is zeggen jullie: “mooi weer, want de hemel ziet rood”, en ’s morgens: “heden storm, want de hemel ziet somber rood”…
De Joden blijken de tekenen aan de hemel, die betrekking hebben op het te verwachten weer, wel te kunnen onderscheiden, maar de tekenen aan de geestelijke horizon ontgaan hen, of beter, daarop willen ze geen acht slaan. Ze hebben blijkbaar meer verstand van het weer, dan geestelijk inzicht. Toch laat de Heer hen niet geheel zonder teken. Alleen wordt het een teken dat zich in de toekomst voltrekken zal. Namelijk het teken van Jona. Hier voegt de Heiland er niet aan toe wat we lezen in Mattheüs 12:40: “Want zoals Jona 3 dagen en 3 nachten in de buik van de grote vis was, zo zal de Zoon des Mensen 3 dagen en 3 nachten in het hart van de aarde zijn”.
Of de Heiland hier dus heen wijst naar het teken van zijn dood en opstanding is de vraag. Het kan ook betekenen: Jona is de enige profeet, die speciaal met een boodschap van God naar de heidenen gestuurd werd en toen deze heidenen zich bekeerden bewees God hen barmhartigheid.
Met het teken van Jona kan dus ook bedoeld zijn, het feit dat het heil van God nu aan de heidenen wordt aangeboden, en niet meer aan het boze en overspelige geslacht.
Dit beginsel is trouwens altijd waar. Als iemand niet wil luisteren naar het evangelie, dan is God daarmee niet verslagen. Er zijn genoeg anderen die het graag willen horen en aannemen. Op een andere plaats heeft de Heer tegen de Joden gezegd, dat er mensen zullen komen van oost en west, van noord en zuid, die hen zullen voorgaan in het koninkrijk van God.
Ook dit zien we in onze tijd. Waar in Europa de belangstelling voor het evangelie afneemt, daar is er toenemende interesse in Zuid-Amerika, Afrika en vele delen van Azië.