1-Koningen 13:1
Voortzetting van de geschiedenis van 1 Kn 13. We bespreken nog twee vraagstukken te weten: a. Waardoor viel de man Gods voor de verleiding van de oude profeet en b. wat is het motief van de oude profeet om hem te verleiden?
ad a. De man Gods bedacht niet voldoende dat God deze oude profeet wat persoon en positie betreft niet heeft kunnen gebruiken voor Zijn boodschap tegen Jerobeam. Als God in Juda tot hem gesproken heeft om niet in het tienstammenrijk te verkeren (te eten en te drinken) zou God hem dan niet rechtstreeks op de hoogte hebben gesteld van een wijziging van zijn bevel? En dat dus niet door een ontrouwe, oude profeet?! Hij bedacht ook niet wat de betekenis was van het bevel om niet langs dezelfde weg terug te keren.
ad b. Hier spreekt waarschijnlijk een stuk jaloezie een rol. De oude profeet kon het niet hebben dat God de man Gods uit Juda gebruikte in plaats van hem. Daarom wilde hij de man Gods ten val brengen.
Het volgende licht dat nader toe: Toen ik persoonlijk eens een keer wat vergeten was zei iemand tegen mij: “Ik ben blij dat jij ook eens wat vergeet, dan ben ik het tenminste niet alleen”. Ik zei tegen die persoon: “Wat je zegt is niet erg geestelijk. Je had moeten zeggen: “Wat jammer dat jij ook wat vergeet, ik had de hoop dat ik de enige was die vergeetachtig was”.
Dat is wel een nadenkertje, of niet soms?!