126 Flitsen uit het Mattheüsevangelie Mt 16:21-28

Een spreekbuis van satan

Petrus is de discipel die dat prachtige getuigenis van Jezus van Nazareth gaf: “U bent de Christus, de Zoon van de levende God.” Dat had Petrus niet van zichzelf, hij was als het ware een spreekbuis van God. Alleen: niet een dode spreekbuis, niet ’n automaat, nee, Petrus “was er zelf bij”.
Vlak daarop vertelt Jezus Christus aan zijn volgelingen dat Hij naar Jeruzalem moet gaan om daar te lijden en te sterven, waarbij Hij op de derde dag zal worden opgewekt.

Die voorstelling van zaken strookt echter niet met de opvattingen van Petrus. Petrus belijdt wel wié Jezus Christus is, maar hij aanvaardt niet wát er met Jezus van Nazareth moet gebeuren. Een lijdende Messias kan Petrus zich niet voorstellen. Hij verwacht, net als de andere volgelingen, dat Jezus eerdaags het zwaard zal grijpen, zich aan het hoofd van zijn volgelingen zal stellen en de gehate Romeinen verdrijven zal.
Petrus wenst bevrijding van de vijanden, hij is niet zo ver dat hij bevrijding van zijn zonden nodig acht. Voor een lijdende Messias is in zijn gedachte geen plaats.

Is dat een onschuldige onwetendheid? Nee, want Petrus kan beter weten. In het Oude Testament staat het immers duidelijk dat de Verlosser lijden moet. Petrus heeft toch ook Jesaja 53 ter beschikking! Petrus en de andere volgelingen zijn echter “traag van hart”, om de hele Schrift te geloven. Petrus stelt zijn eigen mening boven die van de bijbel, en dat is een gevaarlijke zaak. Verontwaardigd laat hij zich ontvallen: “Dat verhoede God, Here, dat zal u beslist niet overkomen! “. En misschien heeft hij er bij gedacht: “Daar zal ik wel voor zorgen”.
En zo wordt dezelfde Petrus, die eerst het woord van God spreekt, nu een spreekbuis van satan.

Als ze het nu toch oprecht menen…

Deze geschiedenis met Petrus is vandaag de dag buitengewoon aktueel. Ik denk daarbij aan de nieuwe theologie. De voorstanders daarvan doen precies hetzelfde als Petrus want vaak stelt men: “Ja, maar deze mensen zijn toch volkomen oprecht. Ze zoeken juist het geloof aanvaardbaar te maken voor deze wetenschappelijke tijd.”
Akkoord, en daarmee is nu juist de nieuwe theologie veroordeeld.
Ook Petrus was volkomen oprecht, ook hij wilde een aanvaardbare opvatting. Een lijdende Christus was voor hem net zo onaanvaardbaar als voor de moderne theologie een betrouwbare, geïnspireerde bijbel is.
Niet wij hebben het geloof aanvaardbaar te maken, maar we hebben in geloof te aanvaarden wat God in de Schrift openbaart. Als we dat niet doen, dan mogen we nog zo oprecht wezen, maar dan maken we ons net als Petrus tot ’n spreekbuis van satan.

De dingen van de mensen…

Merkwaardig is de uitspraak van de Heer die er op volgt: “U (satan) bent niet bedacht op de dingen Gods, maar op die der mensen.”
Het eerste deel van die zin is begrijpelijk, maar bij het tweede zouden we verwacht hebben “maar de dingen van u zelf”. Dat staat er echter niet. Nee, de satan werkt veel listiger. Hij is een psycholoog van de bovenste plank. Hij bedenkt datgene wat in de kraam van de mens te pas komt. Daarom zijn valse leringen zo aantrekkelijk, de duivel heeft ze aangepast aan de verlangens van de mens.

Die verloochent zichzelf…

Wil iemand gered en aan de macht van satan en diens dwalingen ontrukt worden, dan gaat dat dwars tegen eigen mening in.
De bijbel spreekt van bekering, dat wil zeggen radikale ommekeer. Afbreken van eigen meningen, en breken met alle zondige levenspraktijken. De Heiland zegt dat in dit verband zo: “Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij.”
Zichzelf verloochenen, eigen mening prijs geven en je eigen wil oordelen is geen eenvoudige zaak. Maar het is de enige weg die tot het leven leidt. Het vraagt: geloven in Jezus Christus als degene die moest lijden vanwege onze zonden, en het volgen van Hem, waarbij we zijn smaad voor onze rekening willen nemen.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies