Genesis 01:26 Majesteitsmeervoud?

Genesis 1:26

Vraag:

Wordt in Gen.1: 26 met ‘ons’ op God en de engelen gedoeld? Of is dit een voorbeeld van een ‘majesteitsmeervoud’?

Antwoord:

Het gebruik van het woord ‘ons’ als God over zichzelf spreekt, komen we tegen in Gen.1: 26; 3: 22; 11: 7 en Jes.6: 8. We vinden daarin een heenwijzing naar de Drie-eenheid. De Godheid is één, maar bestaat uit drie personen. Die drie personen zijn: God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest.

Deze meervoudigheid komt ook uit in de naam Elohim, die b.v. in Gen.1: 1 gebruikt wordt. Elohim betekent letterlijk goden . Er staat dus eigenlijk dit: ‘in het begin schiep (dit werkwoord staat in het enkelvoud) Goden (meervoudsvorm) hemel en aarde’. En zo staat er in Jesaja 54: 5 letterlijk: ‘want uw man (enkelvoud) is uw Makers’ (meervoud).

Met ‘ons’ wordt dus niet geduid op God en de engelen. We zijn niet naar het beeld van de engelen geschapen, maar naar Gods beeld. Een majesteitsmeervoud is evenmin mogelijk, omdat dit in het Hebreeuws in de tijd van Mozes nog niet voorkwam. Waarschijnlijk is het majesteitsmeervoud van Perzische oorsprong.

Wat dit meervoud te betekenen heeft ten aanzien van de schepping van de mens naar het beeld van God is moeilijker te zeggen. Er zijn er die een verband willen leggen met geest, ziel en lichaam (zie 1 Th. 5: 23), maar dat blijft speculatief.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies