133 Flitsen uit het Mattheüsevangelie Mt 18:15-20

Christelijke klikspanen?

Laten we eerlijk wezen; de wereld is uit op schandaaltjes! Dit jaar heeft de krant er ons een paar van wereldformaat voorgeschoteld. De journalisten en nieuwtjesjagers maken er jacht op, want… het publiek is er dol op! Maar ook in kleiner verband zien we hetzelfde verschijnsel. Denk aan de dorpsgemeenschap of welke andere samenleving van mensen dan ook; elk kwaad wordt er vaak graag aan de grote klok gehangen.

Ga eens kijken in de spiegel van de kinderwereld. Nauwelijks ontdekt Marietje dat kleine Jan een of ander overtredinkje heeft begaan, of ze loopt verontwaardigd naar moeder in de keuken om het in geuren en kleuren te vertellen. Dat kwaad zit er jong in en komt er oud uit; ga maar eens luisteren in een bejaardencentrum.

==Zo wil Jezus Christus echter niet dat het in zijn Gemeente toegaat. Hij wil geen stelletje Christen-klikspanen. Integendeel. Zijn vermaning luidt: “Indien uw broeder zondigt, ga heen, bestraf hem onder vier ogen”. Dus niet aan de grote klok hangen, maar het onderling oplossen. Ook niet onverschillig zijn en een broeder in ’t kwaad laten voortgaan op de weg naar een geestelijk bankroet! Dit laatste is even verkeerd als het eerste! We zullen zorg dragen voor onze medegelovige. Paulus schrijft aan de Galaten:
“Broeders, zelfs indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt u, die geestelijk bent, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op u zelf; u mocht ook eens in verzoeking komen” (Galaten 6 : 1).

Zo wordt het kwaad in zijn loop gestuit en wordt het woord vervult:
“De liefde bedekt een menigte van zonden”.

Helaas kan het voorkomen dat iemand naar een broederlijk vermaan niet luistert. Dan de zaak in de doofpot stoppen? Nee, nogmaals naar hem toe en nu met één of twee broeders er bij. ’t Uiterste moet worden geprobeerd om de gelovige die zondigt, terecht te brengen. Als ook die poging tevergeefs blijkt wordt het een zaak van openbare tucht … helaas!

We zien hieruit twee dingen. Ten eerste de lankmoedigheid van God, die wil terechtbrengen. Maar ten tweede ook Gods heiligheid. God moet door de Gemeente laten ingrijpen als er geen belijdenis plaatsvindt. Wat op aarde ontbonden wordt door hen die in de Naam van de Here Jezus vergaderd zijn, in de hemel erkend. Maar ook het omgekeerde (zie vers 18). En zelfs de tucht van “uitsluiting” is door God bedoeld om hen die afgeweken zijn tot inkeer te brengen ( verg. 1 Kor. 5 : 5). Hoe genadig is toch onze God!

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies