Op Nieuwjaarsdag j.l. overleed een oude gelovige van 80 jaar. Een week voor zijn heengaan antwoordde hij op een vraag van een van zijn kleinkinderen, dat hij niet bang was voor de dood. Zijn overlijden bewees, dat dit maar geen woorden zonder meer waren. Rustig sliep hij in, nadat hij enkele dagen tevoren van al zijn kinderen afscheid had genomen.
“Niet bang voor de dood”, wat is toch wel het geheim dat achter deze woorden schuilt? Is het misschien de terugblik op een “goed” leven, die iemand de moed geeft om niet bang te zijn voor de dood? Of misschien de gedachte, dat met de dood alle leven voorbij is? Zo min het een als het ander. Waarom strijdt het redeloze dier, dat geen eeuwigheidsbesef heeft zijn doodstrijd dan? Waarom wordt de dood als een vijand der mensen gezien? Omdat de dood onnatuurlijk is en het leven natuurlijk. Het was Gods bedoeling niet, dat de mens sterven zou. Maar door de zonde is de dood.
Adam zondigde, en door zijn zonde is de dood in de wereld gekomen. De dood gaat door tot alle mensen. Daar is doodsvrees in het menselijk hart. De dood wordt beschouwd als een vijand, die een prooi grijpt om hem niet weer los te laten. Er bestaat echter een mogelijkheid om uit de klauwen van de dood te worden gered, omdat er één geweest is, die aan de dood zijn macht ontnomen heeft. Jezus Christus, de Zoon van God, ging vrijwillig in de dood, Hij stierf voor zondaars aan een kruishout, maar Hij stond op en voer ten hemel. Hij kan zeggen:
“Ik ben de eerste en de laatste, en de levende, en ik ben dood geweest, en zie, ik ben levend tot in alle eeuwigheid en ik heb de sleutels van de dood en van de hades” Openb. 1:18.
Op een andere plaats zegt Hij: “Ik leef, daarom zult ook Gij leven”.
Zie, dat is het geheim, dat achter de hierboven aangehaalde woorden ligt. Bent u bang voor de dood? Jezus Christus heeft de sleutels! Kent u Hem als uw verlosser en Heiland? Ja? Dan hoeft u ook niet bang voor de dood te zijn. Omdat Hij leeft zult ook u leven !!
Kent u Hem niet?? Wel, dan zult u toch ook niet in de dood blijven. Christus heeft de sleutels van de dood en zal ze gebruiken. De dood is het eindstadium niet. Eenmaal zal de dood zijn prooi wedergeven. Niet alleen zij, die in Christus geloven, zullen opstaan en het leven ingaan. Neen ook u, die Hem niet wilt aannemen, zult uit het graf verrijzen, echter niet om het leven te ontvangen: “En de dood en de hades gaven de doden, die in
hen waren. En indien iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des
evens, die werd geworpen in de poel des vuurs” Op. 20:15
Uw laatste plaats zal zijn de poel des vuurs, ook genoemd de tweede dood. Als u jezus Christus niet kent als uw redder en zaligmaker, dan is er reden om te vrezen voor de dood. U bent eenmaal geboren, maar u zult dan tweemaal sterven.
De eerste maal gaat u naar het dodenrijk, de tweede maal naar de poel des vuurs.
Aanvaard Jezus Christus toch als het zoenoffer voor uw zonden! Dan wordt u twee maal geboren: eenmaal natuurlijk, de tweede maal geestelijk, maar u sterft dan slechts eenmaal, om daarna opgewekt te worden en de heerlijkheid n te gaan.
” Welgelukzalig en heilig, die aan de eerste opstanding deel heeft; over deze heeft de tweede dood geen macht”. Openb. 20: 6.
Geen plaats!
Het Kerstfeest is weer voorbij. Bij kerstboom en kaarslicht hebben velen, u ook wellicht, kerstliederen gezongen en misschien ook het “kerstevangelie” gelezen. Nu is alles echter weer voorbij. De kerstboom is door de vuilnisman meegenomen, de kerstversierselen liggen in een oude doos op zolder, de kerstliederen hebben voor een jaar lang hun dienst weer gedaan en het “kerstevangelie” is vergeten. Jezus Christus, die als kind hier op aarde kwam om zondaars te redden, heeft even een klein plaatsje in mogen nemen in het leven van vele mensen. Maar het is weer voorbij. Een of twee dagen heeft men de naam Jezus, “Redder”, op de lippen willen nemen, zonder te vloeken, nu is er voor Hem geen plaats meer. Met kerstboom, kerstversierselen en kerstlied is hij verdwenen uit het huis en uit de gedachten.
Neen, het is voor Hem, die als een Heiland op aarde kwam geen ontgoocheling, dat er geen plaats voor Hem is in het mensenhart, in uw hart! Hij is het gewend! Bijna tweeduizend jaar geleden werd hij geboren in Bethlehems stal. Waarom in een stal? “Omdat voor Hem geen plaats was in de herberg” (Luc. 2 : 7b). Drie en een half jaar zwierf Hij door Palestina, zonder rustplaats. Waarom? “De vossen hebben holen en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets, waar Hij het hoofd kan neerleggen” (Luc. 9: 58).
Hij is het gewend geen plaats te hebben. Heeft Hij ook geen plaats in uw hart? Mocht Hij alleen maar op eerste en tweede kerstdag even een heel bescheiden plaatsje in uw leven innemen en verder niet? Daar waren twee plaatsen hier op aarde, die Hij wel heeft gekend, twee waar Hij heeft vertoefd, niet om te rusten, maar om er te lijden. De plaats, genaamd Gethsémané en de plaats genaamd Golgotha. Daar nam Hij de plaats in van een verloren zondaar. Daar droeg Hij Gods vloek over de zonde. Waarvoor? Opdat u als verloren zondaar door het geloof in Zijn volbracht werk zoudt gered worden. En heeft hij dan toch geen plaats in uw hart? Wijst ge Zijn uitnodiging om uw hart voor Hem open te stellen nog altijd af? Geen plaats? Vindt gij geen plaats des berouws evenals Ezau? Durft ge het aan om met een leven zwart van zonde de eeuwigheid in te gaan?
Hebt ge de moed straks voor Hem te verschijnen, die ge hier geen plaats hebt gegund? Dan is er voor u ook geen plaats in Zijn heerlijkheid! Zult ge dan oplossen in het “niet-zijn”. 0 neen! Er is voor u een andere plaats, “de plaats die bereid is voor de duivel en zijn engelen”, of “de plaats der pijniging, de poel des vuurs”.
Nog steeds gaat de roepstem door de wereld “Nog is er plaats” (Luc. 14: 22). Er is plaats in de hemel, maar alleen voor hen, die Jezus een plaats gaven in hun hart. En dan niet maar voor een paar kerstdagen en eens per jaar, maar voor altijd!
Geeft Jezus dan plaats in uw hart!