Hebreeën 12:1 – Zien en volgen
Daarmee komen we haast vanzelf bij ons volgende punt: zien en volgen. Op Christus zien, zoals Hij hier wandelde op aarde houdt in: een voorbeeld aan Hem nemen. Denk aan Hebr. 12:1-3:
“Daarom dan ook, omdat wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, laten wij alle last en de zonde, die ons licht omstrikt, afleggen en met volharding de wedloop lopen, die vóór ons ligt, terwijl wij zien op Jezus, de Overste Leidsman en Voleinder van het geloof, die om de vreugde die vóór hem lag, het kruis heeft verdragen en de schande heeft veracht, en is gaan zitten aan de rechterzijde van de troon van God. Want aanschouwt hem, die zulk een tegenspraak van de zondaars tegen zich heeft verdragen, opdat gij niet moe wordt en in uw zielen bezwijkt”.
Christus wordt ons daar voorgesteld als de Overste Leidsman en Voleinder des geloofs. Hij is Mozes en Jozua tegelijk.
Mozes was wel de Leidsman, maar kon het volk niet in het land brengen vanwege zijn falen in gehoorzaamheid.
Jozua voltooide de reis, maar was niet degene die het volk uit Egypte leidde. We zien dus de grootheid van Christus, zijn volmaaktheid en tevens ondervinden we steun en bemoediging bij dit “zien” op Hem, want onze Leidsman faalt niet en zal het werk, ook het werk in ons, voleindigen.
In de derde plaats wekt dit woord ons op het voorbeeld van Christus te volgen. Zoals Christus, om de vreugde die voor Hem lag, de schande heeft veracht, zo moeten ook wij onze wedloop op aarde lopen en niet versagen door de tegenslag, de spot enz. die we ondervinden.
Dit aspect van zien op Jezus is dus een zeer praktische zaak.
Het is zijn voorbeeld navolgen. Zo roept Paulus ons op:
“Weest mijne navolgers, zoals ik van Christus”.
Het is bij ons één van de twee:
We volgen de wereld na, dat wat de mensen doen, of we volgen Christus na.
Abimelech en Gideon
In het boek de Richteren hebben we van beide gevallen een illustrerend voorbeeld.
In Richt. 9 wordt ons Abimelech geschilderd, die zichzelf koning heeft laten maken en de macht aan zich heeft getrokken.
Om de tegenstand van de opstandingen tegen zijn bewind, die zich in Sicham-Toren hadden verschanst, te breken, ging hij naar het gebergte en kapte boomtakken af die hij op zijn schouder nam, terwijl hij tegen zijn volgelingen zei:
“Haast u om te doen wat gij mij hebt zien doen” (Richt. 9:48).
Zijn soldaten volgen zijn voorbeeld. Ze volgen het voorbeeld van een slechte leidsman, om zijn bewind te steunen.
Hoe anders bij Gideon, die niet naar de macht grijpt, maar door God geroepen wordt als verlosser. Ook hij zegt iets over het volgen, namelijk: “Gij moet op mij letten en doen als Ik”.
De 300 soldaten doen het en nemen een voorbeeld aan de leidsman van God, om Israël de bevrijding te schenken.
De grote vraag voor ons is: nemen we Abimelech als voorbeeld of Gideon.
Volgen we de mens van de wereld of de man Gods.
Als mens hebben we te voorzien in ons levensonderhoud.
’t Kan zijn dat we een zaak drijven. Maar hoe doen we dat?
Als mens hebben we te voorzien in ons levensonderhoud.
’t Kan zijn dat we een zaak drijven. Maar hoe doen we dat?
Als wereldling, om maar zo gauw mogelijk rijk te worden, of als christen, die tevreden is met voedsel, kleding en onderdak?
God geeft ons kleding. En hier ligt speciaal een voetangel voor meisjes en vrouwen. Volgen we slaafs een decadente mode en willen we de aandacht op onze persoon vestigen, of kleden we ons betamelijk naar het Woord van de Schrift?
Drie terreinen
Als het gaat om het voorbeeld van Christus te volgen, te zien op Hem, dan zijn er drie terreinen of drie verhoudingen waar we mee te maken hebben en die in 1 Thess. 4 voor onze aandacht gebracht worden.
Ten eerste is er onze verhouding tot God.
Paulus zegt: “Hoe gij moet wandelen en God behagen”.
Zie op Jezus. Hoe heeft Hij gewandeld? Hij heeft in alles rekening gehouden met God. Toen Hij naar deze aarde kwam zei Hij: “Zie, ik kom om uw wil te doen o God” (Hebr. 10:7).
Tegen de discipelen kon hij zeggen:
“Mijn spijs is, dat ik de wil doe van Hem die Mij gezonden heeft en zijn werk volbreng” (Joh. 4:34).
En in de hof van Gethsemané, klonk het:
“Niet Mijn wil, maar de uwe geschiedde” (Luk. 22:42).
In Jezus Christus aanschouwen we absolute gehoorzaamheid, volkomen onderworpenheid, volmaakte afhankelijkheid.
Zien op Jezus betekent Hem navolgen in onze verhouding tot God en elke eigenwilligheid de kop indrukken.
Het tweede terrein is onze verhouding tot de broeders en zusters. Paulus schrijft:
“Wat nu de broederliefde betreft, hierover is het niet nodig u te schrijven” (1 Thess. 4:9).
Zie op Jezus. Hoe heeft Hij de zijnen liefgehad?
Tot het einde toe! En Hij heeft Zich voor hen vernederd door hun de voeten te wassen (Joh. 13).
Wat een onbegrip, eigenzinnigheid, ongeloof, enz. heeft Hij in hen verdragen. Hoe ging Hij met hen om?
Geen vernietigende kritiek. Hij vertrapte het gekreukte riet niet. Hij bluste het beetje vuur van het vlaspitje niet uit. Integendeel, Hij bemoedigde, richtte op, wakkerde aan enz.
Zien op Jezus is in dit aspect beslist geen fauteuilwerk.
Helpen, steunen, opzoeken enz. enz.
Zien op Jezus… wat heeft het er bij ons soms maar een schijntje van.
De derde verhouding betreft de medemens in ’t algemeen.
Paulus drukt dit zo uit:
“Opdat gij welvoeglijk wandelt tegenover hen, die buiten zijn” (1 Thess. 4:12).
Zie op Jezus. Hoe ging Hij met de mensen om?
Nooit behoefde Hij een woord terug te nemen, omdat Hij Zich door drift of emotie “liet gaan”.
Nooit zocht Hij Zijn eigen recht, enz. Hij verdroeg, Hij leed.
Lees hoe Petrus het schrijft:
“Want ook Christus heeft voor u geleden en u een voorbeeld nagelaten, opdat gij zijn voetstappen zoudt navolgen; Hij die geen zonde gedaan heeft en geen bedrog werd in zijn mond gevonden; die als Hij gescholden werd, niet terugschold, en als Hij leed, niet dreigde, maar zich overgaf aan Hem, die rechtvaardig oordeelt” (1 Petr. 2:21-23).
Zien op Jezus wat onze wandel betreft, is praktijk van maandag tot zaterdag.
In een jongenskamp spraken we over “onze wandel” en daarbij werd aangevoerd dat Christus ons grote voorbeeld is. Bovenstaande tekst uit 1 Petr. 2 werd naar voren gebracht en alle knapen vonden dat wel een duidelijke uitspraak. ’s Middags werd er gevoetbald. Eén van de knapen deed dat een tikkeltje ruw en “werkte” een tegenstander tegen de grasmat. Deze ging vrij wat te keer en beloofde de ander dat hij hem wel eens “krijgen” zou.
Bij een volgende bespreking werd dit voorvalletje naar voren gebracht en werden de jongens erop gewezen, dat weten wat er staat nog niet wil zeggen: “doen” wat er staat, maar dat het juist op dit laatste aankomt.
Zien op Jezus in elke situatie
Dit zien op Jezus heeft betrekking op elke situatie
Dit zien op Jezus heeft betrekking op elke situatie in het leven waarin we komen te verkeren.
Gaat het om het oplossen van problemen? Wel hoe heeft Christus dat gedaan? Hoe liet Hij de Schrift spreken?
Komt Satan tot je terwijl je scholier bent en je godsdienstleraar je het vertrouwen in de Schrift ondermijnt? Hoe heeft Christus hem afgewezen? Met “Er staat geschreven…!”
In elke situatie mogen en moeten we zien op Jezus.
Naar hetzelfde beeld veranderd
En wat is het zichtbare resultaat van zo’n zien op Jezus?
Daarover schrijft Paulus in 2 Kor. 3:18:
“En wij allen, die met onbedekt aangezicht de heerlijkheid van (de) Heer aanschouwen, worden naar hetzelfde beeld veranderd, van heerlijkheid tot heerlijkheid, als door (de) Heer, (de) Geest”.
Zien op Jezus doet ons wat. We worden er door veranderd, innerlijk, ja zeker, maar dat innerlijk wordt naar buiten zichtbaar.
Men kan er iets van opmerken. Wij laten er wat van zien.
Jezus Christus kon zeggen:
“Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien”.
Daarmee doelde Hij niet op lichamelijke vorm, gelaatsuitdrukking of iets dergelijks. Nee, Hij bedoelde dat in heel zijn openbaring duidelijk werd wie de Vader is.
Welnu, van ons als christenen moet gezegd kunnen worden dat we Christus vertonen, dat wie ons ziet, in ons gedrag iets van Christus aanschouwt. Wat is zien op Jezus dan een uiterst belangrijke zaak!
Zien op Jezus om:
vervuld te worden met bewondering voor zijn grootheid.
Zien op Jezus om:
steun en bemoediging te ontvangen.
zijn voorbeeld te volgen.
Zien op Jezus… en veranderd worden naar zijn beeld.