Dit artikel is met meerdere andere gepubliceerd onder de titel: De bijbel is uniek. Ik neem het zonder veel veranderingen over zoals het toen werd opgesteld Zoals eerder gezegd valt er een vergelijking te trekken tussen Jezus Christus, die het vleesgeworden Woord is en de Bijbel, het geschreven Woord. Op dat onderwerp gaan we nog even wat nader in.
Aan beide valt een goddelijk aspect en een menselijk aspect te ontdekken. Jezus Christus is als mens geboren uit een vrouw, maar tevens is Hij de Zoon Goes, doordat de Heilige Geest Hem heeft verwekt. Zo is de Bijbel door mensen geschreven in de taal en met het begrippenmateriaal dat zij destijds bezaten. Wat dat betreft is het dus een echt “menselijk” boek. De schrijvers werden daarbij echter geïnspireerd door de Heilige Geest en daardoor is de Schrift het Woord van God.
Bij Jezus Christus wordt de menselijke zijde op diverse plaatsen belicht. Zo zegt Romeinen 9 vers 5 dat Hij wat het vlees betreft uit Israël is geboren, en in Hebr. 7:14 noemt zelfs de stam waaruit hij geboren is, namelijk Jura.
We zien Zijn waarachtige mensheid in de evangeliën duidelijk uitkomen. Hij kent vermoeidheid, honger en dorst, om niet meer te noemen. Anderzijds laat de Schrift ook zien, dat Hij de Zoon van God is. Hij doorziet als Alwetende de mensen door en door, Hij vergeeft zonden, Hij openbaart zijn Almacht en staat op uit de doden. Van dit laatste zegt Romeinen 1 vers 4:”door zijn opstanding uit de doden verklaard Goes Zoon te zijn in kracht”.
Bij de Schrift vallen dezelfde twee aspecten op te merken. De schrijvers gebruiken de taal van hun tijd, voor het Oude Testament is dat het Hebreeuws, voor het Nieuwe Testament het Grieks. Kenners weten je echter te vertellen, dat die taal – dat geldt bijzonder voor het Hebreeuws van het oude Testament – heel duidelijk invloed heeft ondergaan. Je treft er Egyptische woorden in aan, maar ook Babylonische. Je komt er voorstellingen in tegen die ontleend zijn aan het landleven zoals dat toen geleid werd. Er wordt leefgewoonten gesproken die wij niet kennen, over begrafenisgebruiken die toen gangbaar waren, enz.
In dat alles komt het menselijk element of het menselijk aspect van de Bijbel naar voren. Anderzijds echter is de Bijbel Gods Woord. God heeft door Zijn Geest daarin Zijn gedachten geopenbaard, die nooit aan het menselijk brein ontsproten kunnen zijn. Het boek gaat in verhevenheid elk menselijk geschrift ver te boven. Het bevat profetieën, die tot op de letter zijn uitgekomen. En ook hier zouden we veel meer kunnen noemen waarin het goddelijke karakter van de Schrift uitkomt.
Wie met een echt ootmoedig hart de Schrift leest zal dit opmerken, en hij kan niet anders dan God danken, dat Hij ons zo’n boek, de Bijbel, gegeven heeft. Dat bovenal omdat het de getuigenis bevat aangaande Jezus Christus, de Redder van zondaren.
De vergelijking tussen Jezus Christus en de Bijbel valt nog verder door te trekken dan dat we in een vorig artikel deden. Jezus Christus kwam niet als volwassen man op aarde. Hij werd – zo hebben we al eerder behandeld – geboren als kind, en als kind “groeide hij op” en “nam hij toe in wijsheid” (vergelijk Lk 2 vers 52). Zo is de Bijbel niet als een compleet boek opeens onder de mensen gebracht, maar in de loop van ongeveer 1500 jaar samengesteld. Ook de Bijbel “nam toe”en “groeide op”.
Toch was Christus reeds in Zijn Jeugd volmaakt voor God en als twaalfjarige jongen wijzer was dan Zijn leermeesters. Men verbaasde zich over Zijn verstand en over Zijn antwoorden (Lk. 2:47).
De eerste vijf boeken van de Bijbel, de geschriften van Mozes, kun je “de Bijbel als kind” noemen. Maar deze vijf bevatten reeds alle Goddelijke beginselen, die later meer ontwikkeld zijn beschreven.
De Joden hebben in Jezus van Nazareth niet meer gezien dan de zoon van de timmerman” en ze stelden Hem op één lijn met Zijn broers en zusters. Een oprecht zoeker als Nathanaël kwam echter na één ontmoeting tot de erkenning: “Rabbi, u bent de Zoon van God en de koning van Israël (Jh. 1:50).
Zo beschouwen ongelovigen (en Bevlekten, Tt. 1:15, red.) de Bijbel slechts als een verzameling menselijke geschriften, die ze op één lijn stellen met alle andere literaire voortbrengselen. Daarentegen neemt ieder die het Woord op zijn geweten laat inwerken, de Bijbel aan, zoals de Thessalonikers het door Paulus gepredikte woord aannamen, namelijk niet als een woord van mensen, maar gelijk het waarlijk is, als Gods Woord”.
Slechts als “de man van smarten”, de door het volk verachte, kon Jezus Christus de heilaanbrenger worden voor ieder die gelooft. Zo kan de zondaar alleen behouden worden door “het Woord van het Kruis”, en dat is voor hen die verloren gaan, omdat ze niet willen geloven, “een dwaasheid”.
Hoe weinig de mensen van de afkomst van Jezus Christus en dus van Zijn goddelijke zending op de hoogste waren, blijkt uit Johannes 7 vers 41 en 42. ze wisten namelijk niet dat Jezus van Nazareth geboren was in Bethlehem. Daarom kon Hij volgens hen de Verlosser niet zijn, want die moest in Bethlehem geboren wezen. En dat Hij zich de Zoon van God noemde, vonden ze helemaal verschrikkelijk, want ze kenden toch Zijn broers en zusters. Zijn vader en moeder, en ze hadden Hem toch van Zijn jeugd af aan meegemaakt? Zo starten vandaag de dag zich velen blind op het aspect van de Bijbel en zien niet zijn goddelijke oorsprong.
Christus is in alle dingen aan de mensen gelijk geworden, met één uitzondering: Hij had geen zondige natuur. Hij was “dat heilige” dat geboren zou worden (zo spreekt de engel Gabriël over Hem tegen Maria). Hij was een mens onder de mensen, maar Hij was geen zondaar. Hij was rein volkomen rein en zuiver. Zo komt de Bijbel tot ons in menselijke bewoordingen, echter niet met een menselijke ideeën en bewoordingen, maar met de zuivere gedachten Gods. Spreuken 30 vers 5 geeft van het Woord – zover als het toen bekend was – deze karakteristiek. “Alle Woord Gods is gelouterd, hun die bij Hem schuilen is Hij te schild”.
Je kunt op God staat maken omdat Zijn Woord betrouwbaar is. In Psalm 12 wordt dat ook zo mooi uitgedrukt; luistert u maar: ”De woorden des Heren zijn zuivere woorden, gedegen zilver, in een smeltoven in de aarde zevenvoudig gelouterd”.
Inderdaad, de Bijbel is uniek, meer dan uniek.