18a De canon van de Bijbel (1)

We gaan het hebben over de vraag welke boeken tot de Bijbel behoren en welke niet. We spreken dan over de kwestie van de canon van de Bijbel

Het woord “canon” duidde oorspronkelijk op een rieten stok, maar kreeg al gauw de betekenis van richtsnoer of liniaal, regel. Op de duur verstond men eronder een ‘maatstaf’, een ‘norm”. Het woord werd later ook gebruikt voor een lijst of een catalogus. Onder de canon van de Bijbel verstaan we de boeken die regel of norm zijn voor het geloof Zoals eerder aangegeven bevat het OT 39 boeken te beginnen met Genesis en te eindigen met Maleachi. Het NT bestaat uit 27 boeken te weten van Mattheüs tot en met Openbaring. Maar wie heeft uitgemaakt dat deze boeken tot de Bijbel horen?

Dat is niet het werk geweest van een of meer mensen die meenden met gezag te kunnen verklaren welke boeken men tot de Bijbel moest rekenen. Ook bepaalde concilies hebben dat niet uitgemaakt. Het ging zo: van de boeken en geschriften ging voor de lezers een gezag uit en dat bewerkte dat men ze als Gods woord aanvaardde en tot de Bijbel rekende. We kunnen dat heel mooi vergelijken met wat er met Samuël gebeurde. We lezen van hem: “en de Here was met hem en liet geen van zijn woorden ter aarde vallen. En geheel Israël van Dan tot Berseba kwam tot de erkenning, dat aan Samuël het ambt van profeet was toevertrouwd” (1 Sm 3:19,20).

Niet Samuël maakte dat uit, ook niet een paar mensen uit zijn omgeving, nee, die erkenning werd door de Heer bewerkt. Zo is het ook met de boeken van de Bijbel gegaan. Hun gezag werd door de kerk of Gemeente erkend en dat werd door God bewerkt.
Bij sommige boeken was dat vrij direkt het geval, bij andere had dat iets meer voeten in de aarde, maar tenslotte groeide er een algemene overtuiging en dat werd op een paar concilies vastgelegd.

Sindsdien spreken we van een gesloten canon en bedoelen daarmee dat dit de boeken zijn waaraan geen boeken mogen toegevoegd worden. Teksten als Dt 4:v 2; 12: 32; Sp 30:6; Jr 26:2 en Op 22:18, 19 hebben in eerste instantie alleen betrekking op de toen uitgesproken of geschreven woorden Maar er volgt wel een algemene regel uit, namelijk dat mensen aan dat wat God zegt niets mogen toevoegen.
Welnu in de dagen van de Heer Jezus had men de boeken zoals wij ze in het Oude Testament kennen. Zo werd het Oude Testament dus door Jezus en later door de apostelen erkend. We mogen de stelregel dus in ieder geval op het Oude Testament toepassen.

Wat het Nieuwe Testament betreft ligt de zaak wat moeilijker, maar ging het in wezen op dezelfde wijze. ook daar werd het gezag van de bijbelse geschriften door hun inhoud bewerkt.
Waar de Schrift zegt dat de gemeente gegrond is op het fundament van de apostelen en profeten (Ef 2: 20) en waar Paulus gezegd heeft dat hij het woord Gods voleindigd heeft (Ko 2 dit betreft de openbaring van nieuwe waarheden), mogen we aannemen dat na de apostolische eeuw geen geïnspireerde geschriften meer zijn verschenen.

Nu doet zich het geval voor dat de Roomskatholieke kerk op het concilie van Trente van een aantal deuterocanonike boeken en geschriften verklaard heeft dat zij die ook tot de Bijbel rekende. Hier zullen we nog nader op ingaan.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies