2 Corinthiers 05:16 Wat betekent dit vers?

Betreft: 2 Ko 5:16

Vraag:

Wat betekent dit vers?

Antwoord:

Dit vers moet verklaard worden in het licht van het vorige vers. Daarin staat, dat als Christus voor allen gestorven is, allen gestorven zijn. Allen liggen in de dood. Het feit dat Christus voor ons moest sterven bewijst, dat wij (voor God) gestorven zijn. De mens zoals hij afstamt van Adam mag heel wat lijken en hij mag heel wat van zichzelf denken, maar dat heeft totaal geen waarde, hij ligt onder het doodvonnis.
Voor de gelovige is de dood van Christus zijn eigen dood als afstammeling van Adam. Als dat alles was zou het een trieste boel zijn, want dan was er alleen maar sprake van een toestand van dood Als gelovigen hebben we echter leven, nieuw leven ontvangen, en de bedoeling is nu dat we leven voor Christus die voor ons gestorven is.
Als nieuwe mensen staan we voor God en Christus, en we dienen – zoals de brief aan de Romeinen dat zegt – in nieuwheid des levens.

Maar hoe zit het met de band als christenen onderling? Wordt die band ook door het nieuwe leven bepaald, door ons christen-zijn? Ja, we kennen van nu aan (dat geldt voor elke gelovige vanaf zijn bekering) niemand meer naar het vlees. Kennen betekent in dit vers niet ‘weten wie iemand is’, maar ‘kennen in een bepaalde betrekking’. Als de Heer zegt, dat de goede Herder zijn schapen kent, betekent dat veel meer dan alleen: ‘hij weet dat er die en die schapen zijn’.
Nee, de goede Herder kent zijn schapen als zijn schapen, ze horen van hem, ze staan tot Hem in een bepaalde betrekking.
Welnu, zo is de band die christenen onder elkaar hebben niet een band van een kennen naar het vlees, nee ze hebben een geestelijke band met elkaar op grond van het nieuwe leven dat ze bezitten.
Als een gelovige broers en zusters heeft waarvan er een paar ook bekeerd zijn, dan is die gelovige met al zijn broers en zusters door de familieband verbonden. Wat dat betreft kent hij ze naar het vlees. Met zijn bekeerde broers en zussen heeft hij echter nog een andere band en dat is de verbinding in Christus als nieuwe schepselen. Voor God telt alleen die laatste band. Op geestelijk terrein telt die familieband, die band naar het vlees niet. Als een van de bekeerde broers of zussen ‘het bloed laat kruipen waar het niet gaan kan’ en terwille van de familieband zijn broer of zuster de hand boven het hoofd houdt terwijl die in zonde leeft, dan is dat fout..

Er waren in de tijd dat Paulus schreef nog wel mensen, denk aan de ‘twaalf apostelen’ die Christus gekend hadden als Mens hier op aarde. Zij kenden Hem als zodanig naar het vlees. Dat gold ook voor de niet-bekeerde Joden, die Christus nog op aarde gekend hadden als een volksgenoot uit Nazareth.
Voor de discipelen had dat kennen echter niets meer te betekenen. Van belang is alleen met de gestorven en opgewekte Heer verbonden te zijn als een nieuwe schepping. En alle christenen zijn in Christus een nieuwe schepping.
Zelfs al zou de apostel Paulus Christus naar het vlees gekend hebben, wat niet het geval was, dan zou dat nu voor Hem geen betekenis hebben. Voor Hem geldt alleen de band met de verheerlijkte Heer, die door Zijn werk op het kruis hem en ons tot nieuwe schepselen heeft gemaakt.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies