2 Corinthiers 10:02 Wat betekent ‘droefheid naar Gods wil’?

Betreft: 2 Ko 7:10

Vraag:

Wat betekent ‘droefheid naar Gods wil’?
En wat is een ‘onberouwelijke bekering’?
Je hebt toch juist berouw van je zonden als je je bekeert?

Antwoord:

Droefheid naar Gods wil is een droefheid, die met Gods wil overeenkomt. Het is een droefheid waarbij men inziet verkeerd gedaan te hebben en schuldig te staan vaar God. Zo’n droefheid stelt God op prijs. De droefheid der wereld daarentegen is de droefheid zoals de ongelovige die kent. Deze droefheid is niet veel meer dan spijt om de gevolgen van je verkeerde daden.

Het woord ‘onberouwelijke’ slaat niet op berouw hebben van je zonden, maar heeft betrekking op de bekering. Van je zonden heb je inderdaad berouw als je je bekeert. ‘Heb dan berouw en bekeert u’ zegt Petrus (Hd 3:19) immers!
Van de bekering krijg je echter geen berouw. Een onberouwelijke bekering is een bekering waar je nooit spijt van krijgt. Waar je dus niet meer op terugkomt. Die bekering staat vast!
Als de echte droefheid naar God ontbreekt dan kan men zich wel uiterlijk bekeren (2 Pt 2:22), maar later keert men weer terug tot zijn vroegere leefwijze. Het is dan geen echte, onberouwelijke bekering geweest.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies