Betreft: 2 Ko 12:7
Vraag:
Wordt met een engel des satans de satan zelf bedoeld? Zijn er gelijk met de satan meerdere engelen uit de hemel verdwenen en waar zijn die nu dan? Of wat voor werk doen ze nu?
Antwoord:
Als er stond ‘de engel des satans’ dan zouden we er satan zelf onder moeten verstaan, zoals we onder ‘de engel des Heren’ God zelf of beter gezegd Jezus Christus verstaan. Nu er sprake is van een engel, zal er een of andere boze engel of demon mee bedoeld zijn. Van zulke boze engelen of geesten lezen we in de evangeliën regelmatig als het gaat om bezetenen, zie bijv. Mk 5:1-20.
Toen de satan hoogmoedig werd en viel, zijn er met hem vele engelen gevallen. Op hen wordt bijv. gedoeld in Rm 8:38 en 1 Ko 6:3. Ook uit Ef.2:2 en 6:12 blijkt, dat satan engelen onder zich heeft die met hem gevallen zijn. En Op 12:7 heeft het over engelen die satan volgen en met hem strijden tegen Michaël en zijn engelen.
Verder is in 2 Pt 2:4 ( vgl. Jd : 6) sprake van engelen die gezondigd hebben. Sommigen verstaan daaronder de engelen die tegelijk met satan gevallen zijn, anderen menen dat dit slaat op de ‘zonen Gods’ van Gn 6. Men beschouwt die in overeenstemming met Jb 38:7 dan als engelen die later gevallen zijn. Hoe dan ook er zijn meer gevallen engelen dan satan alleen.
Blijkens Jb 1 en 2; Ef 6:12 ; 1 Pt 5:8 en andere plaatsen bevinden satan en zijn engelen zich nog niet in de hel. Ze zijn in ‘de hemelse gewesten’ ofwel in hemelse oorden. Dat wel niet in de directe tegenwoordigheid van God in de hemel der hemelen of in het paradijs maar wel in een sfeer boven deze aarde. Satan treedt daar op als de aanklager van de broeders; ook gaat hij rond op aarde om te zien wie hij verleiden kan en daar gebruikt hij ook zijn dienaren voor. Er is dus een geweldig leger van duistere machten die God tegenstaan. Als gelovigen behoeven we echter niet bang voor ze te zijn, als we satan weerstaan zo zal hij van ons vlieden zegt Gods woord (Jk 4.:7 en 1 Pt 5: 8).