2-Samuël 07:14 Salomo of Christus?

Betreft: 2 Sm.7: 14

Vraag:

In dit vers gaat het toch om Salomo, de zoon van David en niet om Jezus Christus, want die bedrijft toch geen ongerechtigheid?

Antwoord:

We hebben hier te maken met het verschijnsel van de typologie, dat helaas weinig onderkend wordt. Veel personen in het Oude Testament zijn een type, een beeld of een voorafschaduwing van Jezus Christus. Zo wordt in Rm.5: 14 Adam een beeld van de komende, dat is Christus genoemd. Blijkens Hb.7: 1-10 is Melchizedek als priester-koning een beeld van Christus in die twee funkties (vgl. Zc.6: 13). Zo zien we in Abraham die Isaäk offerde een beeld van God de Vader, Die Zijn Zoon op Golgotha overgeeft, enz.

In 2 Sm. 7: 14 hebben we hetzelfde. De tekst slaat in eerste instantie en in volle zin op Salomo. Maar achter Salomo rijst de persoon van Jezus Christus op en het facet: ‘Ik zal hem tot Vader en hij zal Mij tot zoon zijn’ is blijkens Hb1: 5 op Christus van toepassing. Hij is de ware zoon van David. Hij bouwt de geestelijke tempel van God en Hij is in bijzondere zin Zoon van de Vader. Zulke typen zijn natuurlijk nooit in alle opzichten op Christus van toepassing en in dit geval mogen we de uitspraak: ‘wanneer hij ongerechtigheid bedrijft’ niet overbrengen op Christus.

N.B. Het al of niet geschreven zijn met een hoofdletter zegt niets omdat het Hebreeuws en het oude Grieks met enkel hoofdletters werd geschreven. De vertalers maken dus uit of er een hoofdletter of een kleine letter moet staan en dat blijft dan nog altijd aanvechtbaar.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies