Betreft: 2 Tm 1: 10
Vraag:
Wat betekent het dat Christus de dood overwonnen of van zijn macht beroofd heeft? Gelovigen die vóór Jezus’ tijd stierven gingen toch ook naar de hemel?
Antwoord:
De ontslapen gelovigen uit de Oude Bedeling en ook uit de Nieuwe bedeling zijn na hun dood niet in de hemel zelf. De hemel beërven ze pas na de opstanding. Tussen de dood en de opstanding is men in het dodenrijk. Over de toestand van de ontslapen gelovigen uit de oude bedeling in het dodenrijk weten we heel weinig. Zij zelf omschrijven de dood en het dodenrijk als een plaats van verschrikking waar men afgesneden is van het volk van God dat op aarde God dient en looft.
De dood was tot aan de overwinning van Jezus Christus het machtsgebied van Satan (Hb 2: 14). Nu Christus de satan en de dood overwonnen heeft is dit gebied om zo te zeggen ontsloten. We weten dat de ontslapen gelovigen daar in een heerlijke toestand verkeren ook al is het nog niet de volmaakte hemelse situatie want die beërven we pas na de opstanding. Dan zal ook het lichaam verheerlijkt zijn.
Dat Christus de dood heeft overwonnen betekent dat de dood zijn prooi niet vast kan houden, dat ziet hierop dat de lichamen aan de macht van dood en verderf, zullen worden ontrukt en dat de gelovigen naar ziel en lichaam opgenomen zullen worden in de hemel.
De ontslapen gelovigen zijn nu met de Heer in het paradijs Dat paradijs zullen we moeten situeren in de hemelse gewesten, de hemelse gebieden. Ze zijn daar bij de Heer, maar dat is nog niet de toestand in het Vaderhuis.