2 Timotheüs 01:12 Hetgeen Hij mij toevertrouwd heeft

Betreft: 2 Tim.1: 12

Vraag:

Waarop slaat ‘hetgeen Hij mij toevertrouwd heeft’? Wat houdt het ‘bewaren tot die dag’ in?

Antwoord:

De apostel gebruikt hier een beeld uit de rechtspraak en spreekt over hetgeen hem is toevertrouwd als over ‘ mijn pand’ (zie de Statenvertaling en de Telosweergave). Een pand geef je aan een schuldeiser als een zekerheidstelling. Nu is het de vraag hoe de apostel dat beeld hier bedoeld heeft. Het kan zijn:

a. het pand dat God aan Paulus heeft toevertrouwd,
b. het pand dat Paulus aan God heeft toevertrouwd,
c. het pand dat God hem heeft gegeven, maar dat Hij aan de Heer in bewaring heeft gegeven.

Nu gaat het er in dit vers om, dat God het pand bewaart. Tevens is er sprake van iets dat Paulus is toevertrouwd en dat maakt verklaring c erg aannemelijk. Het komt dan hierop neer:

God had Paulus het heil toevertrouwd en de dienst als prediker van het heil. Zegen en verantwoordelijkheid gingen daarmee samen. En eenmaal zou er de hemelse beloning komen.
Nu weet Paulus als het ware dat hij zelf niet bij machte is dit pand te bewaren en hij geeft het als het ware aan God in bewaring.

Bij God is zijn behoud veilig, zijn dienst onder welke omstandigheden dan ook en de beloning op zijn dienst. Het is alles bij God in vertrouwde handen. God bewaart dat alles tot de dag dat Paulus voor de rechterstoel van God openbaar zal worden en God hem het eeuwig heil en de beloning voor zijn dienst zal ‘uitkeren’.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies