Paulus roept zijn jongere medewerker Timotheüs op een goed soldaat van Jezus Christus te zijn. Die oproep geldt ook ons want we worden allen vermaand de goede strijd van het geloof te strijden. Er zijn nog wel eens jongelui die een plaatsje in het leger wel een goede job toelijkt. Voor je natje en je droogje wordt gezorgd, een knap uniform met mogelijk te behalen decoraties versierd, lokt ze wel aan. Een TV spotje met een rooskleurige voorstelling van het soldatenleven geeft de doorslag om zich aan te melden als vrijwilliger bij het leger.
Als ze eenmaal in dienst zijn valt het strakke dagprogramma hen tegen, een vermoeiende veldoefening blijkt ook niet alles te zijn. Ze krijgen spijt van hun beslissing om soldaat te worden. Kortom zodra ze de kans krijgen nemen ze ontslag en laten het leger het leger.
Zij die zich laten inschrijven voor het leger van Jezus Christus krijgen daar in de regel nooit spijt van en dat komt omdat hun leider zo’n fantastische persoon is. We kunnen van Hem het volgende zeggen:
1 Hij is een goede leider. Er zijn in de geschiedenis leiders opgetreden die het vermogen hadden hun manschappen te inspireren met moed en volharding. Napoleon had dit vermogen in hoge mate. Zijn soldaten aanbaden hem bijna. Uit de Engelse geschiedenis is een generaal Gordon bekend die ditzelfde vermogen had. Hij droeg nooit een geweer of een zwaard. Zijn enige wapen was een rotanwandelstok die door zijn soldaten de toverstok van Gordon voor de overwinning werd genoemd. In de heftigste veldslag hevelde hij zijn ongekende moed als het ware over in zijn soldaten.
- Jezus Christus inspireert zijn soldaten met zijn eigen geest. Kijk naar zijn apostelen, velen van hen offerden hun leven voor Hem op. Martelaren uit alle tijden trotseerden de dood op de brandstapel of in de arena waar men wilde dieren op hen losliet. Vele zendelingen verlieten huis en haard om tot aan de einden van de aarde ontberingen, eenzaamheid, martelingen , enz. te ondergaan omdat ze het bevel van Jezus Christus “ ga” wilden opvolgen. Niemand heeft ooit zo’n toewijding bewerkt als Jezus.
- Jezus Christus heeft zijn volgelingen nooit gevraagd daar te gaan waar Hij zelf niet wilde gaan. Veel legerleiders sturen hun mannen aan vanaf een veilige afstand van het front. Die afstand garandeert bij de moderne oorlogvoering met vliegtuigen en raketten maar gedeeltelijk een zekere mate van veiligheid Maar dat daargelaten. Jezus stuurde zijn discipelen niet vooruit de strijd in, maar ging zelf voorop. Hij nodigde ze eerst uit met “kom tot mij” en dan kregen ze de order “volg mij”. Een discipel is een volgeling van Hem die voorop gaat.
- Jezus Christus vervult zijn volgelingen met zijn eigen kracht en stelt hen zo instaat te overwinnen. Geen enkele andere leider doet dat of kan dat doen.
2 Onze aanvoerder staat voor een goed zaak. Soms vallen naties een zwakker volk aan om het land van dat volk in bezit te nemen. Dat is in Afrika vaak gebeurd in de tijd van de kolonisatie. Jezus Christus staat voor een goede zaak en de strijd die wij als zijn volgelingen hebben is een goede strijd tegen totaal verkeerde machten, namelijk geestelijke machten van de duisternis (zie Ef 6: 10-20). Deze machten gebruiken zaken die tegen de wil van God zijn zoals egoïsme, laster, hoogmoed, wreedheid, enz. De strijd die Jezus ons doet voeren is een verheven strijd en de overwinning leidt tot de oprichting van zijn koninkrijk.
3 Jezus Christus verdient het dat Hem goede strijders ten dienste staan. Strijders die kracht bezitten om elke beproeving te doorstaan, die willen volharden tot het laatste toe, die nooit opgeven. Maar het belangrijkste is dat zijn strijders gekenmerkt worden door gehoorzaamheid. Want ongehoorzaamheid betekent nederlaag. Laten we daarom goede strijders van Jezus Christus zijn.