Betreft: 2 Tm .2: 20 (2)
Vraag:
Een gouden vat kan toch ook wel een oneervolle bestemming hebben? Stellen gouden en zilveren vaten gelovigen voor en houten en aarde vaten ongelovigen?
Antwoord:
De vaten worden op twee manieren onderscheiden te weten wat hun samenstelling betreft in: gouden, zilveren, houten en aarden vaten en wat hun dienst aangaat in vaten met eervolle en vaten met oneervolle bestemming.
Het onderscheid in samenstelling heeft te maken met hun wezen, te weten gelovigen (gouden en zilveren vaten)’ tegenover ongelovigen (houten en aarden vaten). Normaliter hebben de eersten een eervolle en de laatsten een oneervolle bestemming. De onderscheidingen in samenstelling en in dienst lopen echter niet parallel. Er staat niet: de eersten met eervolle, de laatsten met oneervolle bestemming. Er staat: deels (of: sommige) met eervolle, deels (of: andere) met oneervolle bestemming.
Dat laat dus ruimte voor de gedachte dat een gouden of zilveren vat ook wel eens een oneervolle bestemming kan hebben.