De ark van Noach
Een volgende heenwijzing gaat verscholen in de ark van Noach. In het N.T. staat ten aanzien van de ark dit:
‘Door het geloof heeft Noach, nadat hij een Goddelijke aanwijzing ontvangen had over iets, dat nog niet gezien werd, eerbiedig de ark toebereid tot redding van zijn huisgezin: en door dat geloof heeft hij de
wereld veroordeeld en is hij een erfgenaam geworden der gerechtigheid, die aan het geloof beantwoordt ’ (Hb 11:7)
Zoals God in de tijd van Noach de aarde verdelgde vanwege de grove zonde en ongerechtigheid van de mensheid, zo zal God nog eenmaal deze wereld oordelen. Maar gelukkig, zoals er toen een redmiddel was: de ark. Zo is er nu ook een redmiddel en dat is een persoon, te weten Jezus Christus. Hij, de Zoon van God, kwam naar deze aarde om voor ons zondige mensen te sterven op het kruis van Golgotha. Daar wilde Hij het oordeel over de verkeerde daden van de mensen ondergaan.
Jezus Christus is de geestelijke ark van behoud voor ieder die in Hem gelooft. In de bekende bundel van Johannes de Heer is het lied opgenomen:
‘Scheepke onder Jezus hoede’,
Met de kruisvlag hoog in top,
Neemt als arke der verlossing,
Allen die in nood zijn op’
De dichter zegt niet dat de ark Christus voorstelt. Hij ziet de Heer aan boord van het ‘scheepke’. In 1 Pt 3: 20,21 stelt de apostel ons ook de ark voor en trekt dan een vergelijking met het water van de doop. Het water van de zondvloed was voor de ongelovige tijdgenoten van Noach oordeelswater, maar voor Noach en zijn gezin was het reddend water omdat ze in de ark zaten. Welnu, zo is het water van de doop voor hen die gedoopt worden geen oordeelswater, maar reddend water, maar hoe kan dat ? Wel door ‘de opstanding van Jezus Christus’ uit de doden. Er is dus wel reden om Jezus Christus als onze ark van het behoud te zien
Nadat Noach uit de ark gegaan is brengt hij de Heer een offer. Net als het offer van Abel en alle andere offers die we in het OT vinden wijst dat heen naar het offer van Jezus Christus. Hb 11:4 zegt dat Abel een beter offer bracht dan Kaïn. Hij bracht namelijk een dier en stelde de dood tussen zichzelf en God en dat wees heen naar de dood van Christus. Zo spreekt deze brief aan de Hebreeën erover dat Christus zich vlekkeloos aan God heeft opgeofferd en noemt zijn offer een beter slachtoffer dan de offers van de oude bedeling (Hb 9:23), maar deze offers wezen wel naar dat betere offer heen.