Johannes 2:1 – Jezus op een bruiloft
Er zijn mensen, die menen dat er alleen maar heel ernstige en akelige dingen in de Bijbel staan. Dat is echter beslist niet het geval, er staan juist hele mooie en blijde dingen in. In het evangelie naar Johannes, dat is het vierde boek van het Nieuwe Testament, lees je in hoofdstuk 2 nota bene iets over een bruiloft. Dat is beslist geen akelige zaak. Het verslag van deze bruiloft kan ons wat leren en dat willen we nagaan.
Totdat de dood ons scheidt
Het gaat dus om een bruiloft. Tegenwoordig komt het vaak voor dat jonge mensen die elkaar aardig vinden, zonder enige formaliteit gaan samenwonen. De achtergrond is dan in veel gevallen dat men, als het niet bevalt weer geruisloos uit elkaar kan gaan. Maar dat is nu iets wat de Bijbel ons niet leert. Zo akelig is die Bijbel wel! In de Bijbel, Gods Woord, vinden we dat als twee jonge mensen zich aan elkaar verbinden, ze daarvan duidelijk kennis geven, zodat ieder weet: die twee horen bij elkaar. Vervolgens leert de Bijbel dat deze verbinding voor het leven is. De verbintenis van man en vrouw kent geen achterdeur waardoor je er naar believen uit kunt stappen. Dat is de eerste les.
Mag Jezus Christus erbij zijn?
Een tweede les is nauw met de vorige verbonden. Op deze bruiloft in het kleine plaatsje Kana in het land Israël is ook Jezus uitgenodigd. Jezus op een bruiloft? Ja, zeker! De Heiland van de wereld gedroeg zich niet als een kluizenaar. Hij was geen zuurpruim. Nee, Hij wilde best een bruiloft bijwonen. Dat is vandaag nog zo. De vraag is alleen of wij bij onze bruiloften Jezus Christus ‘erbij’ willen hebben. Van Zijn kant heeft Hij niet gezegd: ‘Een bruiloft is een wereldse bedoening . Naar zo iets ga Ik niet toe. Een bruiloft is een blijde gebeurtenis. Jong en oud mag zich erop verheugen. Het kan helaas een wereldse bedoening worden als er te uitbundig gefeest wordt en er gasten dronken raken. In zo’n geval worden er vaak ook moppen en grappen op het huwelijk ten beste gegeven die niet door de beugel kunnen. Jammer genoeg verlopen ‘christelijke’ bruiloften soms ook zo. Daarom is de vraag zo belangrijk of Jezus Christus er op onze bruiloften bij mag zijn, bij kan zijn en bij kan blijven tot het eind. Niet alleen bij onze bruiloften trouwens. Voor een Christen behoort het zo te zijn, dat wat hij ook doet en waar hij ook gaat, Christus er altijd bij moet kunnen zijn. Dat is de tweede les.
Heer Jezus, doe er eens wat aan…
Op de bruiloft te Kana dreigde er toch ook wat mis te gaan. Geen ruzie of dronkenschap; dat gelukkig niet. Er is wat mis met de ‘voorziening’. Er zijn zoveel gasten dat de wijn voortijdig opgeraakt is. Maria, de moeder van Jezus, is er ook en als ze daarvan hoort gaat ze naar haar Zoon en zegt: ‘Ze hebben geen wijn’. Dan geeft de Heer Jezus haar een antwoord, dat ons op het eerste gezicht kan verbazen. Hij zegt:‘Vrouw, wat heb Ik met u van node? Mijn ure is nog niet gekomen’. Dat zal hard aangekomen zijn bij Maria, maar ze moet iets leren. Jezus Christus is als mens hier op aarde geboren, maar Hij is tevens de Zoon van God, die van de hemel gekomen is. Hij is Zijn dienstwerk begonnen, en dat werk verricht Hij voor Zijn Vader in de hemel. Met dat werk heeft Maria zich niet te bemoeien. Dat komt haar niet toe. Hoe en wanneer Hij zal gaan handelen is Zijn zaak, niet die van haar.
Het kan ook ons gebeuren dat we de Heer willen voorschrijven wat Hij heeft te doen. Soms zitten we in de problemen en roepen we als het ware uit: ‘Heer Jezus, doe er toch eens wat aan.’ Wel, dan moeten wij leren dat we Hem niets voor te schrijven hebben. We mogen Hem vragen om hulp, maar nooit mogen we Hem willen dirigeren. Dat is les nummer drie die we uit deze geschiedenis kunnen halen.
Wat Hij u ook zegt, doet dat
Maria weet, dat haar Zoon zal optreden. Hij heeft immers gezegd: ‘Mijn ure is nog niet gekomen’. Ze laat het nu verder aan Hem over, maar ze zegt wel tegen de bedienden: ‘Wat Hij u ook zegt, doe dat’. Het is net als met Farao in Egypte, die tegen zijn volk zei:‘Ga tot Jozef en doe wat hij u zegt’. Voor ons is er alleen geluk en vrede te vinden bij Jezus Christus, maar dan moeten we doen wat Hij ons zegt. Het eerste dat Hij van ons vraagt is, dat we ons bekeren en onze schuld voor God erkennen. Vervolgens roept Hij ons op in Hem te geloven, ons aan Hem toe te vertrouwen, Hem te volgen en Hem te dienen. Dat houdt in, dat we doen wat Hij zegt, wat Hij wil. Dat geeft een zegenrijk en blij leven. Les nummer vier.
Volkomen blijdschap
Bij de zaal stonden zes stenen watervaten, die naar Joods gebruik voor de reiniging waren bedoeld. Bij binnenkomst hadden de gasten hun voeten gewassen. Er waren veel gasten en de vaten waren leeg. We mogen veronderstellen dat ze leeg geraakt waren en nu schoongemaakt daar stonden. Ze hadden hun taak gedaan, de reiniging had plaatsgevonden. Ze kregen nu echter een nieuwe taak. Jezus Christus is naar de bedienden toe gegaan en geeft hun de opdracht om de vaten vol water te scheppen. Als ze dat gedaan hebben, zegt Hij dat ze van de inhoud naar de ceremoniemeester moeten brengen. Dan blijkt dat het water in wijn veranderd is en die wijn is beter dan de wijn die eerst geserveerd was.
Er staat dat Jezus dit als een teken verricht heeft. Dit teken moest aantonen dat Hij de van God gezonden Verlosser was. Er zit ook een symbolische betekenis in. Water spreekt van reiniging, wijn spreekt van vreugde. Waar reiniging heeft plaatsgehad, kan Christus vreugde schenken. Als een zondaar zich bekeert wordt hij gereinigd van zijn zonden, maar ontvangt hij ook de vreugde van het heil. Als we als christenen hebben gefaald, moeten we praktisch gezien weer gereinigd worden. Dat gebeurt als wij onze zonden belijden. In de Bijbel lezen we: ‘Als wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid’ (1Johannes1 vers 9).
Even te voren staat er: ‘En deze dingen schrijven wij, opdat onze blijdschap volkomen zij’. God wil dat we blijde christenen zijn. Niet dat we maar een miezerig klein beetje blijdschap hebben, maar volle blijdschap. Die is er: als we bij alles wat we doen en overal waar we gaan, rekening houden met Jezus Christus. Hij moet erbij kunnen zijn. Als we Hem niet voor de voeten lopen met onze klachten en raadgevingen, maar het aan Hem overlaten waar, wanneer en hoe Hij zal handelen. Als we doen wat Hij zegt. Als we ons laten reinigen doordat we het verkeerde belijden. Vijf geweldige lessen die je kunt leren in de bruiloftszaal te Kana.