Zonder zijpaden in te slaan kunnen we bij dit onderwerp twee aspecten onderscheiden, te weten:
a) Met wie vergaderen we?
b) Hoe moet het daar toegaan ?
Antwoord op vraag a)
1 We vergaderen met gelovigen als schapen van de ene kudde, als leden van het ene lichaam van Christus, als huisgenoten in het huis van God, als leden van het volk van God. Daarbij moet naar voren komen het besef van de liefde van God en liefde tot elkaar.
2 Maar ook moeten we rekening houden met de heiligheid van God, want God is niet slechts liefde, Hij is ook licht (1 Jh 1: 5 en 4: 16)
Om aan het bovenstaande te voldoen is het nodig dat er overeenstemming is over de volgende punten:
a. Men laat alleen gelovigen toe,
b. Deze moeten vrij zijn van zondige wandel (1Ko 5.) en verkeerde leer (2Jh) en
c. mogen geen praktische gemeenschap hebben met de zonden van zulke ‘bozen’. Zie voor dit punt c) o.a. 1 Ko 5: 9-11
Antwoord op vraag b)
In de samenkomsten moet rekening gehouden worden met het feit dat
- Jezus Christus hoofd van het Lichaam is. Geen enkele persoon, geen enkel instituut mag instaan tussen de gemeente en haar Heer;
- de leden van het lichaam gaven hebben, deze gaven moeten in de samenkomsten tot hun recht kunnen komen onder de leiding van de Geest, behoudens de beperkingen van 1 Ko 14:34 en 2 Tm 2: 11,12;
- wanorde behoort te worden uitgebannen. lees 1 Ko 14 en denk in dit opzicht vooral aan vers 14
Over de bovengenoemde punten zou in detail veel meer te zeggen zijn, maar dit artikel dient enkel om een paar algemeen geldende richtlijnen te geven, die in acht genomen behoren te worden.