Johannes 5:1 – Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook
Toen Jezus van Nazareth, nu bijna tweeduizend jaar geleden, optrad in het land Palestina, ging er een grote roep van Hem uit. Er waren mensen die in Hem de Verlosser zagen die God had gezonden, er waren er ook die Hem liefst direct vermoord hadden.
Vooral in Jeruzalem vonden scherpe confrontaties plaats met de fanatieke Joodse leiders die uiterlijk zich vroom voor deden, maar die innerlijk helemaal niet zo vroom waren. Een van die confrontaties vond plaats naar aanleiding van een gebeurtenis die plaats vond in het ‘kuurhuis’ Bethesda.
Er lag daar een man die al 38 jaar ziek was en die door de Here Jezus genezen werd met de woorden: ‘Sta op, neem uw matras op en wandel’. En inderdaad staat de man op, pakt zijn rustbed op en wandelt weg. Op zichzelf zou dat nog geen punt geweest zijn, maar…..het gebeurde op de Joodse sabbat. Dus kreeg de man prompt de Joodse leiders op zijn nek, die hem verweten dat hij de sabbat niet in acht nam. De ex-verlamde verweerde zich met de woorden: ‘Die mij gezond gemaakt heeft, die heeft tot mij gezegd: Neem uw matras op een wandel’. Toen wilden de Joden natuurlijk weten wie het was, die dit goddeloze bevel gegeven had, maar dat wist de man niet.
Later ontmoet Jezus hem in de tempel en zegt tegen hem: ‘Zie, gij zijt gezond geworden; zondig niet meer, opdat u niet iets ergers overkomt’. Uit deze woorden kunnen we afleiden dat deze man zich door zijn zonden de ernstige kwaal, waaraan hij leed, op de hals gehaald had. Het is nu eenmaal zo, dat wat een mens zaait, dat oogst hij ook. Zo luidt de wet van de Godsregering hier op aarde. Nu weet de man wie zijn Heelmeester is en hij geeft dat door aan de Joodse leiders.
In plaats dat die zich met de ex-patient verblijden over zijn genezing, gaan ze op zoek naar Jezus om Hem ter verantwoording te roepen. Ze vinden Hem en verwijten Hem dat Hij op sabbat genezingen verricht. Zie krijgen daarop van de rabbi uit Galilea dit diepzinnige antwoord: ‘Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook’.
Nu worden de Joden dubbel kwaad. Ze waren al boos omdat Hij in hun ogen de sabbat brak, maar nu vliegt hun toorn de pan uit, want deze woorden betekenen dat Jezus Zich aan God gelijk maakt.
We laten die boze Joden voor wat ze zijn en denken nog even na over het merkwaardige antwoord van de Here Jezus. Toen God de schepping van de wereld in zes dagen voltooid had, lezen we dat Hij op de zevende dag rustte. Blijkbaar is echter die rust van God verstoord. God werkt en werkt zelfs op de sabbat om een mens te genezen. We kunnen wel zeggen dat Gods rust verbroken is en wel verbroken doordat de mens Hem de rug heeft toegekeerd en in de zonde gevallen is. God werkt, maar Hij is nu niet bezig aan een scheppingswerk, maar aan een ‘herscheppingswerk’ aan het werk van de verzoening! Hij wil mensen redden uit de toestand van ellende waarin ze terecht gekomen zijn. Daarvoor zond Hij Zijn Zoon en die Zoon werkte mee in dat verzoeningswerk.
Hij gaf Zijn leven op Golgotha’s kruis opdat wij mensen voor eeuwig gered zouden worden. Dat gebeurt echter niet automatisch, we moeten luisteren naar de boodschap die God door de Bijbel laat brengen. We moeten geloven dat Jezus Christus ook voor onze zonden wilde sterven. We moeten geloven dat Hij de toorn van God wilde dragen in onze plaats. En…we moeten met het oude leven breken en Hem gaan dienen. We eindigen dit artikeltje dan ook met de oproep: Laat het werken van God en Van Christus niet tevergeefs voor u zijn doordat u het evangelie afwijst.