Vanwaar verschillen in vertalingen?
Als we verschillende vertalingen van de Bijbel gebruiken dan valt het ons al gauw op dat deze diverse verschillen vertonen. Dan rijst natuurlijk de vraag waar dit van komt. Ruwweg kunnen we stellen dat er de volgende oorzaken voor zijn:
a. het ligt aan de vertaalmethode, het vertaalprincipe;
b. het ligt aan de kennis van de grondtaal en van de ‘ontvangende’ taal;
c. het ligt aan het verstaan van de Bijbel;
d. het is een kwestie van keuze van “handschriften”.
e. het is een zaak van kerkelijke beslissingen
a) Hierover hebben we het in het vorig artikel gehad. We onderscheiden twee principes:
- 1 zo letterlijk mogelijk vertalen;
- 2 zo leesbaar mogelijk vertalen.
Dat een bijbel die vertaald is volgens principe 1 verschilt van die van principe 2 zal duidelijk zijn. Die verschillen beperken zich in de regel tot het taalgebruik en raken niet de betekenis van de tekst.
b) Nieuwere vertalingen kunnen verschillen van oudere omdat de kennis van de grondtalen in de loop van de tijd door vondsten van oude geschriften is toegenomen. De Statenvertalers wisten van ongeveer vijftig woorden de betekenis niet precies. Ik wees al op de uitdrukking ‘weghebben’(Mt 6: 2, 5 en 16) die in feite niet begrijpelijk is al kun je wel raden naar de betekenis. Door de vondst van een potscherf in Egypte kwam men er achter wat de betekenis was, namelijk hun loon is al betaald, ze hebben het al ontvangen.
Ook de kennis van de taal waarin vertaald wordt (‘de ontvangende taal’) speelt een rol. Als je tien mensen een Engelse brief laat vertalen krijg je niet tien woordelijk gelijke vertalingen. Dat kan aan de kennis van het Engels liggen, namelijk dat men de betekenis van een woord niet precies kent, het kan ook aan de kennis van het Nederlands liggen omdat de een een veel bloemrijker woordgebruik kent dan de ander. Dit soort verschillen zijn meestal niet van principiële aard
c) Op dit vlak kunnen er wel belangrijke verschillen ontstaan. Men kan nog zo’n kennis van het Hebreeuws en Grieks hebben, maar als men de boodschap van de Bijbel niet goed kent kan men moeilijk een goede vertaling geven.
Hier speelt nog een aanverwante zaak een rol en wel dat men zich bij het vertalen laat leiden door zijn theologische opvattingen en/of tradities. Je ziet dat bijv. in Rooms-katholiek vertalingen. Het woord ‘episcopos’ dat ‘opziener’ betekent heeft men weergegeven met ‘bisschop’ wat het woord is voor een bepaald ambt in de roomse kerk. Daar zouden nog veel meer voorbeelden van gegeven kunnen worden.
d We hebben in het artikel over de handschriften van de Bijbel aangegeven dat de Bijbel via overschrijvingen tot ons gekomen zijn. Geen van hen zijn direkte overschrijvingen van de oorspronkelijke tekst van een bijbelboek of van een brief. We hebben te maken met overschrijvingen van overschrijvingen, van overschrijvingen enz.
Bij dit overschrijven heeft iemand soms een fout gemaakt en zo zijn er onderlinge verschillen tussen de handschriften ontstaan. Verschillen tussen de handschriften in de weergave van eenzelfde tekst in een bepaald bijbelboek, wel te verstaan.
Je hebt dan per se met overschrijffouten te doen. En in feite is dit ook een begrijpelijk probleem. Laat tien mensen eenzelfde brief overschrijven en laat die tien overschrijvingen ook elk weer door tien mensen overschrijven. Tussen de honderd zo verkregen “handschriften” van de oorspronkelijke brief zul je absoluut verschillen opmerken, doordat er bij het overschrijven fouten zijn gemaakt.
Niet alleen werden er fouten gemaakt, het gebeurde ook wel dat een overschrijver een notitie bij een tekst schreef en een latere overschrijver meende dat die notitie tot de bijbel hoorde en die overnam in zijn weergave.
Een kritische beoordeling van de handschriften – we noemden dat al eerder als onderwerp van de ‘tekstkritiek – is dus noodzakelijk.
e) Onder dit punt valt het feit dat de Rooms-katholiek kerk op het concilie van Trente een aantal apocriefe boeken voor canoniek verklaard heeft. Daarop grondt men dan het bidden tot de doden en het geloof in het vagevuur.
Verschillen tussen de bijbelboeken onderling
Ik wil nog op een heel ander verschil wijzen, namelijk dat de bijbelboeken onderling verschillende weergaven van een bepaald gebeuren bevatten. Je merkt dat op als je b.v. de geschiedkundige boeken Samuël, Koningen en Kronieken gaat vergelijken. In dat geval zijn er theoretisch gesproken twee mogelijkheden:
- De oorspronkelijke teksten, zoals ze uit de pen van de eerste schrijvers vloeiden waren gelijk, maar er zijn – net als in de hiervoor bedoelde gevallen – overschrijffouten gemaakt.
- De oorspronkelijke teksten verwoorden de verschillen die we in latere handschriften tegenkomen ook al.
Zij die de Bijbel niet beschouwen als het absoluut zuivere, door Gods Geest geïnspireerde woord van God geven deze laatste mogelijkheid vaak de voorkeur boven de eerste. Ja, hun bijbelopvatting wordt juist (mede) door dit soort verschillen bepaald. Ze speuren ijverig naar zulk soort verschillen om er mee “aan te tonen” dat de bijbel in zeker opzicht toch ook maar een heel gewoon menselijk boek is. In het godsdienstonderwijs van verschillende christelijke scholen gaat men helaas ook op die manier te werk.
Door ons, die geloven in de absolute inspiratie en de onfeilbaarheid van Gods Woord wordt deze tweede mogelijkheid resoluut afgewezen.
Alleen mogelijkheid 1, – dat we te doen hebben met overschrijffouten – blijft als reële mogelijkheid over.
Voor we echter tot het aannemen van een overschrijffout overgaan zullen we de zogenaamde tegenstrijdige teksten goed moeten lezen en nagaan of we wel werkelijk met een tegenstrijdigheid te doen hebben.
Neem b.v. 2 Sm 24:1. “Hij (de Here) zette David op” en 1 Kr 21:1. “Satan keerde zich tegen Israël”. In dit geval hebben we niet met een tegenstrijdigheid te doen maar met twee verschillende aspecten van dezelfde zaak. In het licht van Job 1 en 2 zijn deze beide belichtingen juist elkaars aanvulling
Een ander voorbeeld: In hetzelfde verhaal van de volkstelling staat in 2 Sm 24:24 dat David de dorsvloer en de runderen van Ornan koopt voor 50 sikkels zilver. In 1 Kr 21: 5 wordt echter een koopsom van 600 gouden sikkels genoemd. Dat verschil is niet met een schrijffout te verklaren, maar hier doet zich de mogelijkheid voor, dat David uiteindelijk meer gekocht heeft dan alleen de dorsvloer en de ossen waartoe hij eerst besloten was en misschien de hele boerderij – om zo te zeggen – van Ornan heeft overgenomen.
Zo zitten we ook met een verschil tussen Nm 25:9 en 1 Ko 10:8. Hier kan van een schrijffout sprake zijn, maar het is ook mogelijk dat Paulus die de Septuaginta (Griekse vertaling van het O.T.) aanhaalt, hier degenen op het oog heeft die door de plaag zelf gedood werden, terwijl in Numeri er de oversten die opgehangen werden (vs.4) bij berekend zijn.
Dat we echter met overschrijffouten te doen kunnen hebben blijkt heel duidelijk uit vergelijking van 2 Kn 8:26 met 2 Kr 22:2. In feite blijkt het uit die laatste tekst alleen al.
In 2 Kn 8 lezen we dat Ahazia 22 jaar oud was toen hij koning werd en dat hij 1 jaar regeerde.
In 2 Kr 22 staat dat Ahazia 42 jaar oud was toen hij koning werd en dat hij 1 jaar regeerde.
Welnu, dit laatste kan onmogelijk, want volgens 2 Kr 21:5 was zijn vader Joram 32 jaar oud toen hij koning werd en heeft hij 8 jaar geregeerd. Hij stierf dus op zijn veertigste. Zijn zoon Ahazia zou toen 42 jaar zijn geweest volgens 2 Kr 22:2 en dus 2 jaar voor de dood van zijn vader zijn geboren! !?
Hier moet een overschrijver een fout hebben gemaakt en in plaats van 22 per ongeluk 42 hebben geschreven.
Zo is er ook verschil tussen 2 Sm 10:18 waar staat dat David 700 wagenpaarden en 40.000 ruiters doodde en 1 Kr 19:18 waar resp. de aantallen 7000 en 40.000 vermeld worden. Ook hier zullen we met een overschrijffout te doen hebben.
Soms is zo’n fout vrij gemakkelijk te verklaren omdat in het Hebreeuws ‘het weglaten van een enkel tekentje al een belangrijk verschil kan geven.
Soms echter is ’t verschil niet gemakkelijk of geheel niet te verklaren, dan zullen we – liever dan Gods Woord voor onzuiver te verklaren – onze eigen onkunde moeten erkennen.
Het is voor ons nietige mensen echt geen schande eens te zeggen: “Ik weet het niet”. Als we maar vasthouden aan: “Ik weet wel dat de Bijbel Gods Woord is!”.