Wellicht kent u het bekende boek van Rie van Rossum, waarvan ik hierboven de titel vermeld. Het behandelt de belevenissen van een kweekschoolklas. De schrijfster typeert de verschillende karakters uitstekend. Toch herinner ik mij, hoe we, zelf nog leerlingen van een kweekschool, ons afvroegen waarom de schrijfster deze titel gekozen had.
Bedoelde ze de kloof tussen de oudere generatie, o.a. vertegenwoordigd door de directeur van de school en de jongere garde, de leerlingen? We wisten het niet. Terwijl me deze titel zo plotseling te binnen schoot, dacht ik aan een kloof zonder brug, waarvan ik de betekenis wel heel duidelijk begrijp. Over die kloof wordt gesproken door de Heer Jezus, toen Hij nog op aarde wandelde. Hij vertelde, hoe er een rijke man was, die leefde zo als hij maar wilde. Aan de voordeur, van zijn prachtig huis zat een bedelaar, Lazarus. De rijkaard bekommerde zich echter niet om de zieke stakker voor zijn deur.
Toen kwam de dood. De arme stierf en werd door de engelen gedragen in de heerlijkheid en de rijke stierf en kreeg een prachtige begrafenis, maar hij sloeg zijn ogen op in de pijn. Daar zag hij Lazarus van verre. Hij riep de erbarming in van Abraham, de vader der gelovigen, in wiens schoot Lazarus lag. Hij wenste, dat deze Lazarus beval een kleine liefdedienst aan hem te bewijzen, om zijn smarten te verlichten. Maar zijn verzoek kon niet worden ingewilligd: Hij kreeg tot antwoord: “Gedenk, dat gij uw goed ten volle in uw leven hebt ontvangen en Lazarus het kwade; en nu wordt hij hier vertroost en gij lijdt smart. En boven dit alles, tussen ons en u is een grote kloof gevesfigd, zodat die van hier tot u willen overgaan niet kunnen en die van daar niet tot ons kunnen overkomen” (Luk. 16 vanaf vers 19).
Met deze woorden heeft de Heer bedoeld aan te geven, dat er na de dood geen kans meer is gered te worden.
Hier op aarde bevinden zich tussen de mensen soms diepe kloven, ze zijn echter met wat goede wil alle te overbruggen. Zelfs de kloof tussen “Oost” en “West”, al hebben we er misschien weinig hoop op dat dit ooit zal geschieden.
In het hiernamaals loopt er tussen de mensen wel een onoverbrugbare kloof. Men bevindt zich of in de heerlijkheid of in de pijn. Men is eeuwig gelukkig of eeuwig rampzalig. Tussen hemel en hel is geen verbinding.
Toen de rijke man in de plaats der pijn was begon hij na te denken. Dat had hij in zijn leven op aarde nog nooit gedaan. Hemel of hel, wat kon het hem schelen zolang hij krijgen kon wat hij maar wenste? Misschien lijkt u wel wat op deze man? Heeft u er wel eens over nagedacht, waar u na de dood zult zijn? Aan welke kant van de kloof. Daar in de eeuwigheid begeerde hij water, al was het maar een druppel om zijn smart te verkoelen, op aarde had hij zich om het “levende water”, het heil, dat God in Christus aanbiedt, niet bekommerd. Na zijn sterven krijgt hij ineens belangstelling voor de prediking van het Woord Gods, terwijl hij vroeger geen bijbel had ingekeken. Bent u die man misschien? Laten u de uitspraken van God ook onverschillig en zult u aan de verkeerde kant van de kloof “evangelisatieneiging” krijgen?
Voor zijn dood had hij zijn knieën voor God niet willen buigen, bidden was er niet bij! En nu! “Ik bid u dan… “
Het kan verkeren! Hoe vele spotters en onverschilligen zullen daar hun spotternij laten varen en ernst gaan maken met hun toestand, maar… Het is de kloof zonder brug! Aan deze zijde kunt u de grote kloof, die u van God scheidt overbruggen. Of beter gezegd laten overbruggen. Want Jezus Christus stierf voor u op Golgotha’s kruis.
Jezus Christus, de Zoon van God, kwam op aarde om u met God te verzoenen. Uw zondig leven vormt echter een barriëre tussen u en uw Schepper. Uw zonden moeten uit de weg, ze moeten verzoend, dat wilde Hij doen voor u, maar ik herhaal: u moet zich bekeren. U moet erkennen en geloven, dat het nodig was, dat Hij stierf onder Gods oordeel in uw plaats! U moet hier en nu de kloof overbruggen door met uw zonden gelovig te vluchten naar Jezus Christus.