Een reiziger overkwam onlangs het volgende: Op reis naar Duitsland werd hij, zoals normaal is, aan de grens gecontroleerd. Zolang Europa niet één is zal dit wel zo blijven ook. leder weet, dat voor grensoverschrijding, behalve de nodige paperassen voor een eventueel vervoermiddel, een pas vereist is. Onze reiziger had dan ook, voordat hij op reis ging, alle bescheiden bij elkaar gegrabbeld en was ijlings op weg gegaan.
Toen echter de douane bereikt was en hij zijn pas uit de zak haalde, keek hij met een onthutst gezicht op de pasfoto van zijn vrouw. En nu mogen voor de wet man en vrouw één zijn, de grenswacht had daar blijkbaar een andere mening over. Onze reiziger kon netjes teruggaan en zijn eigen pas ophalen. De tweede keer werd hem toen joviaal toegang verleend.
Er zijn heel wat mensen, die op een pas van een ander of op een ondeugdelijke pas de grens trachten over te komen. Ja, en nu bedoel ik niet een stelletje misdadigers, die hun identiteit liever verbergen, maar ik bedoel heel eerzame Nederlandse staatsburgers. Die n.l. niet een landsgrens. maar een levensgrens willen passeren. Velen van ons zullen zich nooit naar het buitenland begeven en hebben misschien nog nooit een pas gezien, laat staan er zelf een gehad. Maar op reis zijn we allemaal. We zijn op reis van de tijd naar de eeuwigheid. Velen wensen, als ze dit aardse toneel moeten verlaten, toch nog wel hun ogen in het hemelse land op te slaan, En om verzekerd te zijn, dat ze daar zullen worden toegelaten, hebben ze zich een pas aangeschaft. Als je zo eens met de mensen spreekt, kom je tot de ontdekking, dat er heel wat soorten passen zijn, waarmee men gelooft de hemel te kunnen binnengaan.
Ik noem er enige: “0, mijnheer, ik heb christelijke ouders gehad en mijn moeder is goed gestorven”.
“Moet u horen, ik ben toch gedoopt”.
“Ja, maar ik ga geregeld naar die en die kerk, daar vertrouw ik dan maar op”.
“Mijnheer, ik leef goed, ik geef elk het zijne en dan geloof ik dat het met mij wel klaar komt”.
Zo zou ik door kunnen gaan. leder heeft zo zijn eigen mening. De een gelooft dit, de ander gelooft dat, een derde gelooft niets en een volgende gelooft alles. De een heeft een paspoort, daar zou iedereen mee in de hemel komen, een ander heeft er een waar de foto aan mankeert; je kunt niet zien of hij het wel zelf is. En zo voort.
Gelukkig boeven we niet te rade te gaan bij de meningen van mensen. Gods Woord, de bijbel, geeft ons duidelijk aan hoe we voor eeuwig behouden worden.
“Niemand komt tot de Vader dan door Mij”. “Ik ben de weg…” zo zegt de Heer Jezus. Geen doop, geen kerkgenootschap, geen goede daden, geen heiligen, of wat dan ook verlenen ons toegang tot God en Zijn eeuwige heerlijkheid. Alleen Jezus Christus kan ons de toegang ontsluiten. En hoe Hij dat heeft gedaan, lezen we op vele plaatsen. Hij heeft Zijn leven gegeven, Hij heeft Zijn bloed doen vloeien op het kruis en nu is de blijde boodschap: “Wie in de Zoon gelooft heeft het eeuwige leven”.