Uit: “Bode des Heils in Christus”, jaargang 123 (1980)
Vragen over omgang tussen jongens en meisjes (3)
Vraag 5
Kunnen een gelovig meisje en een gelovige jongen, die tot twee verschillende geloofsrichtingen behoren wel een relatie aanknopen en een huwelijk sluiten?
Antwoord:
In dit geval kunnen we niet van een ongelijk juk spreken, maar ’t is wel een knellend juk. Als men niet uit overtuiging één weg gaat blijft het een wrijfpunt.
Het gezegde luidt: Twee geloven op één weg gaat blijft het een wrijfpunt.
Het gezegde luidt: Twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen!
Voor de jongen of meisje die dan in zo’n geval de samenkomsten van de gelovigen, vergaderd in de naam van de Heer, bezocht, betekent het dat je over “de plaats van aanbidding” niet kunt spreken en daarin geen eenheid kent. En als er kinderen komen hopen de moeilijkheden zich op! Je wilt toch graag dat je kinderen dezelfde weg gaan die je zelf mag wandelen? Bovendien worden de kinderen al jong met een verschil van mening tussen de ouders geconfronteerd.
Dat is beslist niet bevorderlijk voor de opvoeding. En daarbij komen ze veel te jong voor de keus te staan naar welke godsdienstige gemeenschap ze nu moeten gaan. Nee, over zo’n relatie kunnen we beslist niet enthousiast wezen!
Vraag 6
Als je ouders er op tegen zijn dat je omgang hebt met iemand van een ander geloofsrichting, maar je kunt het beiden goed met elkaar vinden, wat dan?
Antwoord:
Van het antwoord op de vorige vraag zul je wel geen aanmoediging verwachten om de relatie dan toch door te zetten, denk ik. Je moet wel bedenken dat je je ouders te eren hebt en dat zij meer levenservaring hebben dan jij.
Mocht je menen dat de Heer je toch echt voor elkaar bestemd heeft, bespreek de zaak dan eerst met de Heer en dan met je ouders.
Als het mijn zoon of dochter was, zou ik hem of haar ernstig de moeilijkheden voorhouden die hij of zij zich op de hals haalt maar het verder aan de verantwoordelijkheid van hem of haar overlaten.
Ik kan alleen maar ernstig waarschuwen en zeggen: Weet wel waar je aan begint! Of misschien nog beter: Je weet niet waar je aan begint!