De bekende Amerikaanse evangelist Dr. H. A. Ironside schrijft in zijn boekje “Death and Afterwards”:
Een paar jaar geleden kwam ik in Los Gatos n Californië, om er een serie samenkomsten te houden. Iemand van de Zevendedagsadvenisten hield er in dezelfde tijd een aantal lezingen in een grote tent. Toen ik op een dag langs de tent kwam, viel mijn oog op een groot bord, waarop met grote letters stond.
Tienduizend dollar beloning. Ik geef 10.000 dollar aan iedereen, die me een tekst in de bijbel kan aanwijzen, die spreekt over een onsterfelijke ziel.
Ik ging de tent binnen om de spreker op te zoeken. Hij was juist bezig alles in gereedheid te brengen. Ik zei: “Ik kom u spreken, mijnheer, over ‘dat bord buiten’. “0,” zei hij heel gretig, “u wilt de 10.000 dollar incasseren. Is het niet?” “Neen”, antwoordde ik, “ik ben bang, dat ik er, zoals u het gesteld hebt, geen recht op heb.” “U geeft dus toe”, zei hij ‘ ” dat de bijbel nergens van een onsterfelijke ziel spreekt.” Ik erkende dit zonder aarzelen.
Toen vroeg ik: “omdat de bijbel nergens over een onsterfelijke ziel spreekt, gelooft u daarom dat de ziel van de mens sterfelijk is?” “Zeker”, antwoordde hij: “ongetwijfeld moet, daar de bijbel nergens spreekt over een onsterfelijke ziel spreekt, de ziel sterfelijk zijn.” Ik wees hem er op, dat zoals de bijbel nooit melding maakt van een onsterfelijke ziel, dat hij ook nooit spreekt van een sterfelijke ziel. En ik toonde hem aan, ,dat van zijn standpunt uit redenerend, dat het even aannemelijk is te beweren, dat de ziel onsterfelijk is, daar de bijbel nergens zegt dat de ziel sterfelijk is. Maar ik ging verder: “Als k u een bijbeltekst kan noemen, die verklaart, dat de ziel niet gedood wordt wanneer het ichaam gedood wordt, geeft u me dan 10.000 dollar. Want ik veronderstel, dat u onder een onsterfelijke ziel een ziel verstaat, die leeft, als het lichaam sterft.
Hij begon te aarzelen en zei: “Het kan een kwestie van uitleg zijn en ik begreep, dat mijn kans op de 10.000 dollar erg klein werd. Ik noemde echter de passage. U kunt hem vinden in Mattheüs 10 : 28. Daar zegt de Heer: “En vreest niet voor hen, die het lichaam doden, doch de ziel niet kunnen doden.” Kennelijk moet een ziel, die niet sterft, terwijl het lichaam wel sterft, datgene zijn, wat wij bedoelen wanneer we over”een onsterfelijke” ziel spreken.” De Adventist had geen weerwoord, maar weigerde toch de 10.000 dollar.
Aan dit relaas van Ironside wil ik het vervolg van Matth 10 : 28 toevoegen: “Maar vreest veeleer Hem, die beide, ziel en lichaam kan verderven in de hel.” U heeft een onsterfelijke ziel. En God is machtig en gerechtigd, beide “uw ziel en lichaam te werpen in de hel. En dat u daar niet aan de vernietiging wordt prijsgegeven, blijkt uit de woorden van de Heer Jezus, die deze plaats beschrijft als:
a) de plaats van het eeuwige oordeel;
b) de plaats waar het vuur niet uitgeblust wordt;
c) de plaats waar hun worm (de wroeging) niet sterft;
d) de plaats waar wening is en knersing der tanden.
En deze plaats is onherroepelijk uw deel, als uw naam niet geschreven staat in het boek des levens. En uw naam staat niet in het boek des levens, als u niet als berouwvol zondaar met uw zonden gegaan bent tot Jezus Christus, de Zoon van God, die op Golgotha’s kruis voor u sterven wilde. Als u het offer, dat Hij en God bracht, verwerpt, ja, dan is het verschrikkelijk een onsterfelijke ziel te hebben. Het is geen wonder dat de mensen-moordenaar van den beginne u zand in de ogen wil strooien, door u wijs te maken dat uw ziel vernietigd wordt.