2-Samuël 12:7
Uit: “Bode des Heils in Christus”, jaargang 123 (1980)
Vragen over omgang tussen jongens en meisjes (4)
Vraag
Waar staat dat een jongen een meisje moet vragen? Kan dat niet andersom?
Antwoord
Er staat nergens in de Schrift een gebod dat de jongen het meisje moet vragen en dat dit beslist niet andersom mag gebeuren.
Als Christenen vragen we echter niet naar een gebod of verbod, om dan als dat er niet is onze eigen gang te gaan. In gevallen dat we geen uitdrukkelijk voorschrift hebben zullen we nagaan in welke geest de Schrift over de betreffende zaak spreekt en ons daardoor laten leiden.
Welnu, de Schrift zegt: “Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten…”. Dat wordt niet van de vrouw gezegd, hoewel zij ook vader en moeder verlaat en haar man aanhangt. De bijbel laat duidelijk het initiatief van de man uitgaan. Je leest, dat die of die man dit of dat meisje tot vrouw neemt, maar niet dat een of ander meisje deze of gene jongen tot man neemt. Daarmee wil ik niet zeggen dat als het eens andersom gebeurt, dat een overtreding is en een huwelijk zo tot stand komt tot mislukken gedoemd zou zijn.
Ik mag wel een anekdote vertellen in verband met deze kwestie. Een jonge man was nogal verkikkerd op een meisje, maar durfde haar niet te vragen. Altijd scharrelde hij om haar heen, maar het hoge woord kwam er niet uit. Dat verdroot haar en op zekere keer vertrouwde ze hem toe, dat ze op iemand verliefd was. De jongen schrok en dacht aan een concurrent. Stotterend vroeg hij: “Op w-wie… dan?” “Dat lees je in 2 Samuël 12:7” zei zij ondeugend. Die knaap begreep er niets van. Hij haastte zich naar huis, greep zijn bijbel, zocht 2 Samuël 12:7 op, las wat er stond… ’t Was toen gauw voor elkaar, dat begrijp je.
Zo kan het dus… maar of dat het ideale verloop van een huwelijksaanzoek is, waag ik sterk te betwijfelen. Vooral als we bedenken dat het huwelijk een beeld is van de relatie tussen Christus en de gemeente. Het initiatief om die relatie tot stand te brengen is van Christus uitgegaan, en niet andersom.
Vraag
Vaak zeggen een jongen en meisje die verkering krijgen dat het “van de Heer is”. en dan gaat na een tijdje de verkering uit. Hoe zit dat dan?
Hoe ken je de wil van de Heer, hoe weet je dat je voor elkaar bestemd bent?
Antwoord
Het is nog altijd zo, dat je jezelf heel wat wijs kunt maken en dat in veel gevallen de wens de vader van de gedachte is. In de hier bedoelde gevallen is het vaak zo, dat de jongen het meisje gevraagd heeft en haar met de meeste klem heeft verzekerd, dat hij echt weet dat de Heer hen voor elkaar bestemd heeft. Hij heeft ervoor gebeden en ’t is hem heel duidelijk geworden.
Het meisje kon dan, meende ze niet veel anders dan “ja” zeggen, want je mag toch niet tegen de wil van de Heer ingaan… Ze wordt dan min of meer overrompeld.
Ook hier wil ik een anekdote aanhalen. Een gelovige die in financiële moeilijkheden verkeerde, ging naar een broeder toe die nog al goed in de “slappe was” zat en zei: “De Heer heeft me duidelijk gemaakt dat u me vijfduizend gulden moet geven”. Deze keek even verbouwereerd, maar herstelde zich snel en zei ad rem: “De Heer doet nooit half werk; zodra Hij het mij ook duidelijk gemaakt heeft krijgt u ze”.
Laat je dus als meisje niet overrompelen. Vraag maar rustig om een behoorlijke bedenktijd, waarin je deze kwestie voor de Heer brengt. En als je er klaarheid in hebt, laat die jongen dan maar rustig even wachten. Als het werkelijk van de Heer is, zal hij dat geduld wel op kunnen brengen. Als hij dat niet kan, heeft hij ook geen geduld gehad om op de aanwijzingen van de Heer te wachten voor hij je vroeg. Die uitdrukking “van de Heer” die hij gebruikt mag je dan wel met een korreltje zout nemen.
Aan de vraag hoe je weet dat je voor elkaar bestemd bent ben ik nog niet toegekomen. Daarover D.V. de volgende keer.