236 jrg 124, 04-1981 Hand in hand 08

Exodus 23:2
Uit: “Bode des Heils in Christus”, jaargang 124 (1981)

Vraag:
Wat zegt de bijbel van samenwonen?

Antwoord:
Dit is in deze tijd van alternatieve samenlevingsvormen wel een erg actuele vraag. Tevens is het een heel belangrijke vraag. Wanneer in de wereld bepaalde zaken gewoon worden, die in wezen niet gewoon zijn, lopen we als gelovigen gevaar zulke zaken op de duur ook gewoon te vinden. Hier speelt het proces van gewenning een grote rol. Dat geeft niets als het gaat om zaken als het inrichten van je huis.
Vroeger – ik heb dat nog meegemaakt – hadden de mensen een onmogelijk grote spiegel boven de schoorsteen hangen. Iedereen had dat, dus schafte je zo’n pronkstuk aan, al stond het ook foeilelijk. Toen ik zelf trouwde wilde mijn vrouw een wandkleed boven de schoorsteenmantel met allemaal koperen voorwerpen er op. Dat was toen mode, dus wij kregen zo’n lap boven de kachel. Later veranderde dat weer. In zulke dingen mag je rustig met je tijd meegaan.
Als het gaat om morele zaken, ligt het echter anders. Dan mogen we nooit iets doen omdat het nu eenmaal gewoonte is. “Mode” mag dan geen rol spelen. Als christenen zullen we in dit soort zaken vaak tegen de stroom moeten inzwemmen. Wanneer in de samenleving de ethische en morele normen verlegd worden, zodat ze tegen de Schrift ingaan, zullen we “de meerderheid in het kwaad niet volgen” (Ex. 23:2).
Voor ik op de vraag zelf in ga, wil ik enkele redenen opgeven, waarom mensen gaan samenwonen. Ik ontleen die aan een publicatie van de Raad voor Kerk en Gezin van de N.H. Kerk getiteld: “Samenwonen zonder huwelijk”. Helaas moet gezegd, dat dit rapport het samenwonen niet afkeurt, maar er nogal welwillend tegenover staat. Als redenen waarom mensen gaan samenwonen geeft dit rapport op:

a. wegnemen van eenzaamheid; b. huisvestingsproblemen voor studerenden, kostenbesparing; c. proefperiode voor het huwelijk; d. financiële voordelen b.v. bij AOW’ers; e. men acht het huwelijk een zaak tussen twee mensen, die zich voor elkaar verantwoordelijk weten; f. verzet tegen regelingen, waarbij de vrouw afhankelijk wordt van de man; g. het huwelijk wekt een bezitsbeschouwing van elkaar in de hand; h. solidair zijn met hen, die voor de wet niet kunnen huwen, denk aan homofielen.

Deze opsomming laat zien, dat er verschillende motieven een rol kunnen spelen om van een huwelijk af te zien en tot samenleven te besluiten. Bij de beoordeling maakt dat echter geen principieel maar slechts een gradueel verschil.
In al deze gevallen plaatst men namelijk het seksuele verkeer buiten het terrein van het huwelijk. Men gaat een samenlevingsvorm aan, die men naar eigen believen kan opheffen ook al is men van plan bij elkaar te blijven. Men houdt de achterdeur om eruit te stappen altijd open.

Welnu, een dergelijke min of meer vrijblijvende vorm van samenleven van man en vrouw “kent” de Schrift niet. Er is wel sprake in de Schrift van een dergelijke vorm van samenleven, maar ze wordt niet gesanctioneerd. Om een voorbeeld te noemen: de Samaritaanse vrouw was vijf keer getrouwd geweest, met de zesde man was ze niet in het huwelijk getreden. De Heer zegt: “En die gij nu hebt is uw man niet”. Het kan zijn, dat dit de man van een ander was met wie ze samenleefde, maar dat valt uit de bewoordingen van het antwoord van de Heer niet op te maken. De Heiland zegt niet: “Het is u niet geoorloofd hem te hebben” (Joh. 4:18, vgl. Matth. 14:4).

De bijbel kent slechts één samenlevingsverband, namelijk het huwelijk. In Gen. 2:24 wordt daarover als volgt geschreven: “Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zjn vrouw aanhangen, en zij zullen tot een vlees zijn”.
Het “daarom” slaat terug op het voorgaande vers. We lezen daar, dat de vrouw uit de man genomen is en been is van zijn gebeente en vlees van zijn vlees. De behoefte aan een levenspartner heeft God bij Adam opgewekt door de dieren bij hem te brengen opdat hij ze een naam zou geven. Als Adam dat gedaan heeft wordt het duidelijk, dat hij niet een gelijkwaardige levenspartner heeft, zoals de dieren die hebben. God voorziet in deze ‘nood” door Eva te formeren. De vrouw wordt echter niet rechtstreeks uit de aarde gemodelleerd en leven ingeblazen, zoals dat met Adam het geval was. Neen, ze wordt uit Adam geschapen. Er is dus een eenheid van wezen. In het huwelijk wordt deze eenheid uitgebeeld. Bij het huwelijk vallen dan drie dingen te onderscheiden.

a. Een man zal zijn vader en zijn moeder verlaten. Dit ziet niet noodzakelijkerwijs op het wegtrekken uit land, stad of zelfs huis. Wat dat betreft was het in de oude tijd veelal zo, dat juist het meisje het ouderlijk huis en de stad waar zij woonde verliet om bij de man en zijn familie in te trekken. Neen, het ziet op het verlaten van het gezinsverband. Tot nu toe was de man in het gezin van zijn ouders, waarvan zijn vader het hoofd was, nu gaat hij een nieuw gezin stichten waarvan hij het hoofd is.

b. Zijn vrouw aanhangen. Dit ziet op het zich wijden aan en voegen bij zijn vrouw. Er wordt een nieuwe band gevormd. Let wel, er staat “zijn vrouw”, en niet “een vrouw” of “vrouwen”. Er wordt een vaste verbinding tot stand gebracht met een bepaalde vrouw, die voortaan “zijn” vrouw is.

c. Zij zullen tot een vlees zijn. Dit heeft betrekking op de lichamelijke eenwording. Daarmee wordt het geslachtsverkeer, waarin regelmatig deze eenheid wordt beleefd, op het terrein van het huwelijk geplaatst. De lichamelijke eenheid is echter symbool van de geestelijke en positionele eenheid, die door het aanhangen van de vrouw tot stand gekomen is. Dit laatste is in Matth. 19:6 aangegeven met de woorden van de Here Jezus: “zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees”. In de volksmond zeggen we: “man en vrouw zijn één”.

Slechts zij die aan het onder a en b gestelde hebben voldaan, zullen tot een vlees zijn. Van een vrij geslachtsverkeer is in de Schrift geen sprake en van geslachtsverkeer binnen een min of meer vrijblijvend samenlevingsverband wil de bijbel ook niets weten. Het geslachtsverkeer is een gave van God. Er zit niets verkeerds in, integendeel, het is een mooi geschenk, maar …het hoort thuis op het terrein van het huwelijk en nergens anders.

“Maar”, zullen jullie zeggen: “je kunt het huwelijk toch ook wel realiseren zonder dat je daarvoor dat “boterbriefje” van het stadhuis gaat halen. Per slot van rekening is de burgerlijke stand toch slechts door Napoleon ingesteld”.
Voor een huwelijk is het op zichzelf genomen niet nodig naar het stadhuis te stappen. In de tijd van Isaäk en Rebekka had je zo’n instelling niet, maar die twee zijn wel degelijk getrouwd. We moeten echter goed beseffen, dat een huwelijk niet maar een zaak is van twee mensen, zelfs ook niet een zaak van twee mensen voor God, maar een zaak waar ook de samenleving mee te maken heeft. Hoe nu de verbintenis bekend gemaakt wordt en/of geregistreerd wordt, is een zaak van de tweede orde. In de begintijd trouwde men binnen het gezins- of het stamverband. Er werd een bruiloft gevierd en een huwelijk gesloten. Omdat het Joodse volk werd het in latere tijden gewoonte het huwelijk in de synagoge te sluiten en in de christenheid ging men al heel gauw over tot een kerkelijke huwelijkssluiting.
Vanaf de tijd van Napoleon is het voorgeschreven een huwelijk door de overheid te laten sluiten en te laten registreren: het burgerlijk huwelijk deed zijn intrede. De kerken van protestantse signatuur hebben zich bij deze verplichting neergelegd, maar kennen dan een kerkelijke bevestiging en inzegening van het huwelijk.
De Rooms katholiek is alleen het kerkelijk gesloten huwelijk een wettig huwelijk. Wat op het stadhuis gebeurt ziet men als een formaliteit waaraan nu eenmaal moet worden voldaan, maar waar aan men geen waarde toekent. Aangezien het Woord van God ons oproept aan de overheid gehoorzaam te zijn, en wij niet als de Rooms katholieke kerk het huwelijk zien als een sacrament, onderwerpen wij ons gewoon aan het voorschrift het huwelijk door de overheid te laten sluiten en te laten registreren.

Het zou best kunnen zijn, dat de overheid het huwelijk, of beter gezegd de huwelijkssluiting totaal afschaft. Dan zouden we als christenen de huwelijkssluiting binnen het familieverband of binnen het verband van de geloofsgemeenschap waartoe men behoort weer in ere herstellen. Principieel gezien is het namelijk niet van belang hóe het huwelijk gesloten wordt, áls het maar gesloten wordt. En van het huwelijk, hoe dan ook gesloten, geldt “wat God samengevoegd heeft scheide de mens niet”. Wie trouwt, is door het aangaan van het huwelijk door God aan zijn of haar levenspartner verbonden. En slechts die twee zullen tot een vlees zijn. Seks hoort thuis op het terrein van het huwelijk en nergens anders.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies